e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Herten

Overzicht

Gevonden: 3449
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bouwgrond bouwlaag: buwlǭx (Herten) De vaste grond die de basis vormt voor de fundering. Wanneer men gebruik maakt van zand als basislaag, wordt dit doorgaans aangestampt of met behulp van water verdicht. Dit laatste noemde men in K 278 'aanwateren' ('anwowǝtǝrǝn'). De woordtypen 'vlijlaag' en 'werkvloer' duiden respectievelijk de basislaag aan van een gemetselde fundering en van een fundering die is uitgevoerd in gewapend beton. [N 31, 3a; monogr.] II-9
bouwland akker: akǝr (Herten), land: lanjtj (Herten), veld: vɛljtj (Herten) Voor de akkerbouw gebruikt land, het geheel van akkers. [N 6, 33a; N 27, 3a; N 5AøIIŋ, 95a, 95b en 95c; N 11, 1a; L 31, 18; L 19, 1a; L 37, 11b; L a1, 113; L 4, 38; JG 1a, 1b; A 3, 38; A 10, 4; A 20, 1b; Wi 7; S 49; RND 4, 7, 8 en 10, r.37; Vld.; monogr.] I-8
bouwvoor bouwlaag: buu̯lǭx (Herten), bovenlaag: bǭvǝlǭx (Herten), de zwarte grond: dǝ žwartǝ grontj (Herten) De bouwvoor of teellaag van akker- en tuingrond is de door regelmatig ploegen of spitten en bemesten vruchtbaar gemaakte humusrijke bovenlaag, waarin de gewassen wortel schieten. De dikte van deze laag komt overeen met de diepte van de geploegde of gespitte zaaivoor. Van de opgesomde termen zijn er sommige ook toepasselijk op een bepaalde (goede) grondsoort of op vruchtbare grond in het algemeen. [N 27, 26a + b; N 11A, 129f + 137a; A 47, 4d] I-1
bovenbalk bovenbalk: bǭvǝbalǝk (Herten) De horizontale balk in het voorkeuvelens ter hoogte van de wolf in het achterkeuvelens. Op de bovenbalk is de makelaar geplaatst. Zie ook afb. 15. [N O, 45g] II-3
bovenbeen bovenbeen: bǭvǝbęi̯n (Herten) Zie afbeelding 2.21. [N 8, 32.3] I-9
bovenbonkelaar kroonrad: krūǝ.nrāt (Herten) De bonkelaar aan de bovenzijde van de koning dat bij sommige Hollandse molens de wieg vervangt. [N O, 50g; Sch 39a; A 42A, 103; monogr.; A 42A, 11; A 42A, 11 add.] II-3
bovenkant van het brood korst: kors (Herten) [N 29, 54a; monogr.] II-1
bovenkepers bovenkepers: bǭvǝkę̄pǝrs (Herten) De verticale balken die op de wolf zijn bevestigd. Zie ook afb. 18. [N O, 44m] II-3
bovenkraag bovenkraag: bǭvǝkrāx (Herten) Het buitenste of bovenste gedeelte van de kraag dat in het zicht komt. [N 59, 121a] II-7
bovenkruier bovenkruier: bǭvǝkryjǝr (Herten), hollandse molen: hǫlǝnšǝ mø̄lǝ (Herten) Algemene benaming voor een molen met een draaibare kap. Zie ook afb. 7, 8 en 9. [N O, 32f; Sche 4; A 42A, 53add.; N O, 32c] II-3