e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Herten

Overzicht

Gevonden: 3449
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
durven dorren: dijre (Herten) durven [ZND 25 (1937)] III-1-4
duwer van de aanaardhandploeg duwkruk: dyi̯krø̜k (Herten) Zie de toelichting bij het lemma Aanaardhandploeg. [N 18, 46c] I-5
dwarsbouwers scheefwerkers: šęjfwerkǝrs (Herten) Bijen die dwars of kruisgewijze door de korf heen bouwen. [N 63, 17d; N 63, 17c] II-6
dwarsdoorsnede dwarsdoorsnede: dwars˱dōršnēj (Herten) Een getekende, dwarse doorsnede van een werkstuk, bijvoorbeeld van een meubel. [N 53, 205d] II-12
echte koekoeksbloem koekertebloem: kukǝrtǝblōm (Herten) Lychnis flos-cuculi L. Een algemeen voorkomende plant in graslanden met rechtopstaande stengel en roze-rode bloemen met gespleten kroonbladeren. De plant bloeit van mei tot september en komt ook wel gekweekt voor. De hoogte varieert van 30 tot 90 cm. [A 17, 2; A 49B, 2; monogr.] I-5
eeltwrat, zweelwrat zweelwratten: žwēlvratǝ (Herten) Wratvormige uitwassen (zweel = eelt) binnenwaarts aan de hoofdschenkels van voor- en achterpoten. Ze zijn, net als de vingerafrukken bij de mens, volkomen individueel. Men veronderstelt dat ze overblijfselen van een extra teen of aanhangsel zijn. Zie afbeelding 2.27. [A 4, 2e; L 20, 2e; N 8, 32.1, 32.3, 32.4, 32.13, 32.15 en 32.16] I-9
een baard maken baard maken: bārt mākǝ (Herten) Het vormen van een tros bijen rond het vlieggat tegen de ingang en soms aan de randen van de vliegplank. Het is een voorteken tot zwermen. Een splitsing van het volk is op komst. Daarom gaan de werksters alvast bij duizenden rond het vlieggat hangen, poot-in-kaak. Ook tal van haalbijen sluiten zich bij de tros of baard aan, wachtend op het moment van uitzwermen. [N 63, 30a] II-6
een beitel slijpen slijpen: šlīpǝ (Herten) De beitelsnede scherp maken met behulp van de slijpsteen. [N 53, 48a; N 53, 110; monogr.] II-12
een beitel wetten afbramen: āf˱brǭmǝ (Herten), de braam wegdoen: dǝ brǭm wɛx˱dōn (Herten) De kleine oneffenheden die bij het slijpen zijn gevormd op de snede van de beitel met behulp van een wetsteen verwijderen. Zie ook afb. 72. [N 53, 48b] II-12
een bochel inwerken pokkelen: pukǝlǝ (Herten), pykǝlǝ (Herten), pøkǝlǝ (Herten) Een bochel in een jas werken door middel van het knippen van het patroon of door strijken of persen. [N 59, 89] II-7