24424 |
mierenhoop |
aamzeikennest:
hoomzeikenès (Q187a Heugem),
mierennest:
eigen spellingsysteem
mierenes (Q187a Heugem)
|
mierennest [zeekmoejersnest] [N 26 (1964)]
III-4-2
|
34112 |
miltkuilen |
kuilen:
kǫi̯lǝ (Q187a Heugem)
|
Holten in het lijf van een niet fraai gebouwde koe. [N 3A, 146; monogr.]
I-11
|
34201 |
miltvuur |
miltvuur:
miltvuur (Q187a Heugem)
|
Miltvuur is een bodemziekte. De smetstof blijft in de vorm van sporen jarenlang buiten het lichaam in de grond levensvatbaar. Door graven, door verschil in waterstand, misschien ook door mollen en regenwormen komen de sporen naar boven. Als het vee ze opneemt met het voedsel of binnenkrijgt door wonden, groeien ze in het lichaam uit en verspreiden zich met het bloed naar alle organen. Deze dodelijke ziekte heeft een snel verloop. Soms sterven de dieren zonder dat er voorafgaande verschijnselen konden worden opgemerkt ineens onder krampachtige stuipen. Meestal worden ze vrij plotseling hevig ziek met hoge koorts en verschijnselen van pijn en zijn ze binnen 24 uur dood. Bloedige uitvloeiingen uit neus, mond, aars en kling komen veel voor, vooral na de dood. De slijmvliezen zijn hoog roodblauw gekleurd (Berns 1983, blz. 141). Zie ook het lemma ''miltvuur'' in wbd I.3, blz. 475-476. [N 3A, 87; A 48A, 22; monogr.]
I-11
|
23304 |
mis |
mis:
mès (Q187a Heugem)
|
De Eucharistieviering, de H. Mis [de mis, de mès?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23523 |
mis met drie heren |
drieherenmis:
drei-hiere-mès (Q187a Heugem)
|
Een plechtige H. Mis waarin een celebrant, een dialen en een subdiaken voorgaan [drieherige mis?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23548 |
misboek op het altaar |
misboek:
mèsbook (Q187a Heugem)
|
Het grote misboek, missaal dat op een lezenaar op het altaar staat [misboek, mèsbook, mèsbóch?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23271 |
misdienaar |
misdienaar:
mèsdeener (Q187a Heugem)
|
Een koorknaap, misdienaar, misdiener [koeërjóng?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23539 |
misdienaarstoga |
toog (<lat.):
toog (Q187a Heugem)
|
De rode of de zwarte toog van een misdienaar. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23518 |
misintentie |
misintentie:
mèsintentie (Q187a Heugem)
|
Een misintentie. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23538 |
miskleren |
miskleren:
mèskleijer (Q187a Heugem)
|
De misgewaden, miskleren [miskleer, mèskleijer, getuug?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|