| 18554 |
regenjas |
regenjas:
regejas (Q187a Heugem),
régejas (Q187a Heugem)
|
regenjas [rusjer, ploensent] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
| 18712 |
regenpijpen |
pijpen:
piepe (Q187a Heugem)
|
regenbroek die uit twee delen bestaat [piepe, reegenpiepe] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
| 24308 |
regenworm |
piering:
piering (Q187a Heugem, ...
Q187a Heugem),
eigen spellingsysteem
piering (Q187a Heugem),
worm:
wörrem (Q187a Heugem),
eigen spellingsysteem
wuirem (Q187a Heugem)
|
regenworm, aardwom, bekende paarskleurige worm die bij spitten en ploeten of bij regen voor de dag komt [pier, pieroas, piering, pierewörm, dauwworm] [N 26 (1964)] || worm in het algemeen [pier, piering, pierik] [N 26 (1964)]
III-4-2
|
| 23403 |
relikwie |
relikwien:
relekwieë (Q187a Heugem)
|
De vereerde overblijfselen van heiligen of zaken die met Christus, Maria of een heilige in aanraking zijn geweest, relieken, relikwieën. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
| 21358 |
rente |
interest:
intres (Q187a Heugem),
rente:
rinte (Q187a Heugem)
|
Rente [intrest?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
| 20559 |
rest in het glas |
klatsje:
klètskə (Q187a Heugem)
|
restje; Hoe noemt U: Kleine hoeveelheid bier onder in een glas (kletske) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
| 24294 |
restant insecten |
vlooiensteek:
?
vluusteek (Q187a Heugem)
|
drek van een vlo [N 26 (1964)]
III-4-2
|
| 24230 |
restant vogels |
duiker:
brilduiker: wit en zwarte eend, de woerd heeft een ronde witte veer naast zijn oog; het wijfje is grijs met bruine kop (brilduiker, duikelder)
duker (Q187a Heugem),
duikertje:
witoogeend: roodbruin duikeendje, verwant met de kuifeend (bruintje, witoogeend, duikelder)
dukerke (Q187a Heugem),
krakerd:
krakeend: donkere grijsbruine zwemeend met witte vleugelspiegel (kraker, krakeend, krek, schar, krak, kreest, krust)
krakerd (Q187a Heugem),
kroonkop:
krooneend: eend met grote roodbruine kop en een rode snavel; het wijfje heeft slechts een bruine kop (krooneend, kroonkop)
kroenkop (Q187a Heugem)
|
brilduiker [N 83 (1981)] || krakeend [N 83 (1981)] || krooneend [N 83 (1981)] || witoogeend [N 83 (1981)]
III-4-1
|
| 23674 |
retraite |
retraite (fr.):
retrait (Q187a Heugem)
|
Enige dagen van geestelijke afzondering en gebed in een klooster of een daarvoor bestemd huis [retraite?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 23677 |
retraitehuis |
retraitehuis:
retraitehoes (Q187a Heugem)
|
Een huis of inrichting waar retraites worden gehouden, retraitehuis. [N 96B (1989)]
III-3-3
|