34380 |
vleiwoord tot de zogende zeug |
kuusje, kuusje:
kyskǝ, kyskǝ (Q187a Heugem)
|
Een vleiwoord roepen tot de zogende zeug om deze gerust te stellen. In plaats van roepen kan men strelen, met de emmer rammelen, de zeug krabben, klakkende of smakkende geluiden maken met de tong. [N 19, 11c]
I-12
|
34348 |
vlekziekte |
brand:
brānt (Q187a Heugem)
|
Vlekziekte wordt veroorzaakt door een bacterie. De ziekte gaat gepaard met hoge koorts; op de huid tekenen zich rode en soms donkerblauwe vierkante of ruitvormige vlekken af (WBD I.6, blz. 854). [N 19, 27a; N 19, 27b; N 52, 19; N 76, 57; A 48a, 32; monogr.]
I-12
|
22154 |
vleugel |
vleugel:
vleugel (Q187a Heugem)
|
vleugel: elk der beide lichaamsdelen van vogels die hun tot vliegen dienen (wiek, zwing, vlerk, vleugel) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
24391 |
vliegen, weven van een vlieg |
draaien:
Endepols
dreije (Q187a Heugem)
|
Hoe noemt u draaiende bewegingen maken om iemands hoofd, gezegd van een vlieg of mug (weven) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
24444 |
vliegend ongedierte |
beestjes:
eigen spellingsysteem
bieskes (Q187a Heugem)
|
vliegend gedierte [N 26 (1964)]
III-4-2
|
24499 |
vlier |
vlierboom:
-
vleerboum (Q187a Heugem)
|
vlierboom (sambucus nigra L.) [DC 13 (1945)]
III-4-3
|
24505 |
vlierbes |
vlierbloem:
-
vleerblom (Q187a Heugem)
|
vrucht van de vlierboom (sambucus nigra L.) [DC 13 (1945)]
III-4-3
|
18701 |
vlinderdasje |
nondejuke:
nondesjuuke (Q187a Heugem),
noondesjuuke (Q187a Heugem)
|
vlinderstropdas [nondejuuke, striekske] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
24396 |
vlo (enk.) |
vlo:
eigen spellingsysteem
vloej (Q187a Heugem),
vluu (Q187a Heugem, ...
Q187a Heugem),
enk.v.
vloej (Q187a Heugem),
enk.v. / vluu (meerv.)
vloej (Q187a Heugem)
|
mensenvlo [N 26 (1964)] || vlo (znw enk) [foekket, zjwarte riejer] [N 26 (1964)]
III-4-2
|
24395 |
vlo (mv., fon.) |
vlu:
eigen spellingsysteem
vluu (Q187a Heugem),
meerv.
vluu (Q187a Heugem)
|
vlo (znw mv) [N 26 (1964)]
III-4-2
|