34551 |
jonge gans |
gansje:
gɛi̯skǝ (Q187a Heugem)
|
De benamingen in dit lemma duiden in het algemeen op een jonge gans. In vraag A 6, 5c werd gevraagd naar de dialectbenamingen voor "pasgeboren ganzen". De antwoorden zijn ook in dit lemma opgenomen. Hierdoor komen er onder andere (-)kuiken-opgaven voor. [L 34, 15; JG 1a; A 6, 5c; A 2, 42; monogr.]
I-12
|
34481 |
jonge kip |
jonge hen:
joŋ hęn (Q187a Heugem)
|
Bedoeld wordt de jonge kip die bijna aan de leg is of net legt. [N 19, 40d; R 14, 23b; R 3, 39; A6, 1b; JG 1a, 1b; L 1a-m; Gwn; Vld.; S 27, add.; monogr.]
I-12
|
18702 |
jongensblouse |
bloes:
bloes (Q187a Heugem, ...
Q187a Heugem)
|
jongensblouse, ruime bovenkledingstuk met band of elastiek in de taille [N 23 (1964)]
III-1-3
|
24177 |
jongste vogeltje uit het nest |
kakjong:
kakjong (Q187a Heugem, ...
Q187a Heugem)
|
een jonge vogel die nog niet kan vliegen (kakjong) [N 83 (1981)] || jongste vogel uit het nest (kakkenestje) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
18707 |
jumper |
vest:
ves (Q187a Heugem)
|
jumper, damesvest met mouwen en knopen [N 23 (1964)]
III-1-3
|
20697 |
jus, vleesnat |
saus:
sajs (Q187a Heugem)
|
Saus of jus (sop?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
17602 |
kaak |
kaak:
kaak (Q187a Heugem)
|
kaak [DC 02 (1932)]
III-1-1
|
17743 |
kaal (zijn), kaal hoofd |
glibber:
glibber (Q187a Heugem),
kale glibber:
ne kāle glibber (Q187a Heugem),
kletskop:
kletskop (Q187a Heugem)
|
kaal hoofd (hebben) (spotbenamingen) [kletskop, hij is bij het goevernement] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
20768 |
kaantjes |
krapjes:
krèpkes (Q187a Heugem, ...
Q187a Heugem)
|
vetklonters die overblijven bij het smelten van runds- of varkensvet [N 06 (1960)]
III-2-3
|
23406 |
kaarsenbak |
kaarsenbak:
keetsebak (Q187a Heugem)
|
De houder, waarin brandende kaarsen gezet kunnen worden, meestal voor een heiligenbeeld [kaarsenbak?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|