e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heugem

Overzicht

Gevonden: 1828
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
leren schede kolder: koldǝr (Heugem) De slachter draagt vaak aan zijn gordel een leren of houten "holster", waarin hij het gereedschap dat hij tijdens het slachten steeds bij de hand moet hebben, met name de messen, opbergt. Daarnaast heeft hij meestal nog een tas of iets dergelijks bij zich, waarin hij zijn overig gereedschap (de bijl, het schietmasker, de brander e.d.) vervoert. Het is goed mogelijk dat een aantal respondenten op deze tas doelt. Een eventuele toevoeging leren wordt niet fonetisch gedocumenteerd. Zie afb. 3. [N 28, 121a; N 28, 121b; monogr.] II-1
leurder venter: ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).  vēnter (Heugem) koopman die met zijn waren langs de deuren gaat? [N 21 (1963)] III-3-1
leuren z. toel.: (St. Pieter).  spabbelebank (Heugem) Inventarisatie uitdrukkingen voor: "op koopmanschap gaan"= erop uittrekken om zijn waren te verkopen? Zo neen, welke andere uitdrukking. Geeft u nauwkeurig de uitspraak aan. [N 21 (1963)] III-3-1
lever lever: lever (Heugem), lēvǝr (Heugem) Grote klier waarin onder andere gal wordt afgescheiden. [N 28, 88c] || lever [leevert, lijver, livvere] [N 10 (1961)] I-11, III-1-1
leverworst leverstompje: leevérstumpkəs (Heugem), leverworst: leverweurs (Heugem) leverworst [N 06 (1960)] || leverworst; Hoe noemt U: Worst met lever als hoofdbestanddeel (lol, leverworst, leverpens) [N 80 (1980)] III-2-3
lichaam lichaam: liechaam (Heugem), lijf: līēf (Heugem) lichaam [N 10 (1961)] III-1-1
lichtbonte koe witte: wetǝ (Heugem) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe''(3.3.1). [N 3A, 123b] I-11
lichte overjas demi (fr.): demie (Heugem), gabardine (fr.): gabberdine (Heugem) herenoverjas, lichte ~ [sertoe] [N 23 (1964)] III-1-3
lies lies: lieze (Heugem) lies, liezen [den dunne, lieze, lieses] [N 10 (1961)] III-1-1
lijfbieden, prolapsus vaginae de bol laten zien: de bol laten zien (Heugem) Het uitzakken van de bovenrand van de schede, die dan vooral bij liggende dieren buiten de schaamlippen te voorschijn komt als een roze bal, die meestal gauw min of meer ontstoken raakt. Een prolapsus vaginae ontstaat wanneer er een verslapping optreedt in het weefsel dat de vagina vasthoudt in het bekken. [N 3A, 97; N 52, 30a; A 48A, 44a] I-11