e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heugem

Overzicht

Gevonden: 1828
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
meelmijt made: eigen spellingsysteem  maoje (Heugem), meelworm: meelwörrem (Heugem) mijt die in vochtig meel leeft [N 26 (1964)] III-4-2
meelworm, larve van de meeltor meelworm: meelwörrem (Heugem) meeltor-larve, wormpje dat in (oude) meelvoorraden voorkomt [meelworm] [N 26 (1964)] III-4-2
meer melk gaan geven bijkomen: bīkōmǝ (Heugem) [N 3A, 68] I-11
meerscharige ploegen drievoorder: dręi̯vø̄rdǝr (Heugem), tweevoorder: twivø̜̄rdǝr (Heugem) Met een meerscharige ploeg wordt een ploeg bedoeld die uitgerust is met twee, drie of meer scharen en waarmee evenzovele voren tegelijk omgeploegd worden. Over het algemeen - en uit een aantal benamingen blijkt dat ook - gebruikt men deze ploeg voor het oppervlakkig ploegwerk met name voor het omploegen van een stoppelveld. Van de onderstaande woordtypen die met drie- beginnen, vertegenwoordigt het eerste lid tevens dialectvarianten van het type drij. [N 11, 30; N 11A , 75 a-c ; N J, 10; JG 2b-4, 1; monogr.] I-1
meerstemmige mis meerstemmige mis: mierstummige mès (Heugem) Een meerstemmige mis, muziekmis. [N 96B (1989)] III-3-3
meikever molenaar: Endepols  meuleneer (Heugem) Hoe noemt u de meikever: een soort kever, 24-30mm lang; met dekschild, de poten en sprieten zijn bruinrood, de kop en het borststuk zwart met op de onderzijde een dichte witte beharing; de buiksegmenten zijn zwart met aan elke zijde een opvallende, helwit [N 83 (1981)] III-4-2
melkaders melkaderen: mɛlǝkǭi̯ǝr (Heugem) De aders langs de buik naar de uier. [N 3A, 118a] I-11
melkgebit van kalveren kalvertanden: kalvǝrtan (Heugem) [N 3A, 108a] I-11
melkgift van de zeug zuig: zø̜i̯x (Heugem) [N 19, 20] I-12
melkkoe melkkoe: mɛlǝkōi̯ (Heugem) Koe die geschikt is voor melkproductie. [N 3A, 148] I-11