e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heusden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sneeuwx sneeuw: snieuf (Heusden, ... ), sniēf (Heusden, ... ), snīēf (Heusden) sneeuw [RND], [ZND 04 (1924)], [ZND 07 (1924)] III-4-4
sneltrein expres (<fr.): een expresse (Heusden), marchandise (fr.): vgl. Zolder Wb. (pag. 266): mársjendîes, másjendies, koopwaar, goederen. Fr. marchandise. z. másjendies (goederentram, -trein).  ⁄n machendies (Heusden) Sneltrein. [ZND 35 (1941)] III-3-1
snijwonde snee: sneej (Heusden) snede (insnijding) in de vinger [ZND 06 (1924)] III-1-2
snip, algemeen bossnep: bosnep (Heusden) bossnip III-4-1
snoepen sneuken: sneuken (Heusden) snoepen [ZND 07 (1924)] III-2-3
snotneus platbroek: wat ⁄n platbroek (Heusden), snotter: wat éne snotter (Heusden) Wat een snotneus! [ZND 07 (1924)] III-1-4
snuit snuit: lang snooet (Heusden), snuite (Heusden, ... ), snōǝt (Heusden), snǭ.t (Heusden) [N 19, 25; N 76, 11; L 7, 8; JG 1a]Neus (mann. of vr.), een fijn neusje. [ZND 05 (1924)] || Snuit. Een lange snuit. [ZND 07 (1924)] || Zie afbeelding 2.6. [JG 1a, 1b] I-12, I-9, III-1-1
sok sok: zok (Heusden), Kort uitspreken.  zook (Heusden) Sok, een paar sokken. Bedoeld wordt de korte kous, tot halverwege het been door mannen en door kinderen gedragen (fr. chausette) [ZND 48 (1954)] III-1-3
soldaat soldaat: sḷdo.t (Heusden), suldo.t (Heusden) soldaat [RND] III-3-1
soldaten soldaten: suldo.tn (Heusden) soldaten [RND] III-3-1