e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heusden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vaatdoek slat: slat (Heusden) zo vet als een vaatdoek (schoteldoek) [ZND 08 (1925)] III-2-1
vademen erin kunnen: ǝren kanǝn (Heusden) Een draad door het oog van een naald halen. In dit lemma zijn de objecten draad, garen, draad garen, vaam, vaam garen niet gedocumenteerd. [N 59, 68; N 62, 10; L 8, 29; L B1, 76; MW; monogr.] II-7
vader vader: vader (Heusden) vader; dat is zijn vader [ZND 08 (1925)] III-2-2
vagina, geslachtsorgaan van de merrie vazel: vǭ.zǝl (Heusden) Het uitwendig zichtbare geslachtsdeel. [JG 1a, 1b; N 8, 35, 39b en 40] I-9
vals spel vals spelen: vals gesp (Heusden) Oneerlijk spel, het valsspelen [hernij, aarzak, haarzakkerij, aaszakkerij]. [N 88 (1982)] III-3-2
vals spelen brodden: brodden (Heusden, ... ) Vals, oneerlijk spelen [stachelen, foetelen, entelen, peuteren, krummelen, onnemen, haarzakken]. [N 88 (1982)] III-3-2
valsspeler brodzak: brodzak (Heusden, ... ) Iemand die altijd vals speelt [aarzak, haarzak, aaszak]. [N 88 (1982)] III-3-2
van veren wisselen rijzen: ręi̯zǝ (Heusden), ręi̯zǝn (Heusden) [N 19, 51; L 6, 20; L 42, 5; L 48, 10; A 26, 8; Lu 2, 10; Lu 4, 8; S 30; JG 1a, 1b, 2a-2, 12, 2c; monogr.] I-12
vanger bij krijgertje spelen vanger: vanger (Heusden) De persoon die vangt bij het krijgertje spelen [pakker, seseur]. [N 88 (1982)] III-3-2
vanzelfsprekend natuurlijk: da’s natuurlek (Heusden) Dat is natuurlijk. [ZND 37 (1941)] III-1-4