e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heusden

Overzicht

Gevonden: 1890
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
draaihek poort: port (Heusden) Een hek dat op scharnieren of haken draait aan de ingang van een wei, gemaakt van prikkeldraad of houten latten. [N 14, 68a; N M, 5; A 25, 5d; L B 19, 6; monogr.] I-8
drachtige merrie vol: vǫ.l (Heusden) De merrie "behoudt", als men na een drietal weken zekerheid heeft dat ze drachtig is; bij een miskraam "verwerpt" ze. [JG 1a, 1b; N 8, 50a] I-9
draden of randen van peulvruchten ringen/randen: reͅŋ (Heusden) [Goossens 1b (1960)] I-7
draven draven: drāvǝ (Heusden) In draf gaan, een actieve twee-tempogang, waarbij een diagonaal benenpaar gelijkmatig wordt opgeheven en weer neergezet, bijv. eerst linkervoorbeen en rechterachterbeen, daarna beide andere benen, met daartussen een zweefmoment. Zie afbeelding 9. [JG 1b; N 8, 81b en 81d] I-9
driekoningen driekoningen: drei keuningen (Heusden) De naam voor de gebruiken met Driekoningen [6 januari]. [N 88 (1982)] III-3-2
drijftol kokkerel: kokerel (Heusden) Drijftol (tol, die met de zweep wordt voortgedreven). [ZND 01u (1924)] III-3-2
drinkbak voor de koeien drinkbak: dreŋk˱bak (Heusden), trog: trōx (Heusden) Uit een aantal benamingen wordt niet duidelijk om welke soort van drinkbak het gaat: los of vast, ouderwets of modern. Andere benamingen geven aan uit welk materiaal de bak vervaardigd is. [L 38, 33; monogr.; add. uit N 5A, 37a; A 10, 10] I-6
drinkglas glas: glaos (Heusden, ... ), pint: pent (Heusden) drinkglas [RND] || glas [ZND 35 (1941)] III-2-1
droog weer droog: drūūch (Heusden) droog [RND] III-4-4
droogstaan droogstaan: drȳxstøn (Heusden) Geen melk meer geven. [N 3A, 72b; JG 1a, 1b] I-11