33727 |
draaihek |
poort:
port (K360p Heusden)
|
Een hek dat op scharnieren of haken draait aan de ingang van een wei, gemaakt van prikkeldraad of houten latten. [N 14, 68a; N M, 5; A 25, 5d; L B 19, 6; monogr.]
I-8
|
33873 |
drachtige merrie |
vol:
vǫ.l (K360p Heusden)
|
De merrie "behoudt", als men na een drietal weken zekerheid heeft dat ze drachtig is; bij een miskraam "verwerpt" ze. [JG 1a, 1b; N 8, 50a]
I-9
|
33523 |
draden of randen van peulvruchten |
ringen/randen:
reͅŋ (K360p Heusden)
|
[Goossens 1b (1960)]
I-7
|
33848 |
draven |
draven:
drāvǝ (K360p Heusden)
|
In draf gaan, een actieve twee-tempogang, waarbij een diagonaal benenpaar gelijkmatig wordt opgeheven en weer neergezet, bijv. eerst linkervoorbeen en rechterachterbeen, daarna beide andere benen, met daartussen een zweefmoment. Zie afbeelding 9. [JG 1b; N 8, 81b en 81d]
I-9
|
22480 |
driekoningen |
driekoningen:
drei keuningen (K360p Heusden)
|
De naam voor de gebruiken met Driekoningen [6 januari]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22655 |
drijftol |
kokkerel:
kokerel (K360p Heusden)
|
Drijftol (tol, die met de zweep wordt voortgedreven). [ZND 01u (1924)]
III-3-2
|
33366 |
drinkbak voor de koeien |
drinkbak:
dreŋk˱bak (K360p Heusden),
trog:
trōx (K360p Heusden)
|
Uit een aantal benamingen wordt niet duidelijk om welke soort van drinkbak het gaat: los of vast, ouderwets of modern. Andere benamingen geven aan uit welk materiaal de bak vervaardigd is. [L 38, 33; monogr.; add. uit N 5A, 37a; A 10, 10]
I-6
|
19574 |
drinkglas |
glas:
glaos (K360p Heusden, ...
K360p Heusden),
pint:
pent (K360p Heusden)
|
drinkglas [RND] || glas [ZND 35 (1941)]
III-2-1
|
25128 |
droog weer |
droog:
drūūch (K360p Heusden)
|
droog [RND]
III-4-4
|
34156 |
droogstaan |
droogstaan:
drȳxstøn (K360p Heusden)
|
Geen melk meer geven. [N 3A, 72b; JG 1a, 1b]
I-11
|