e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heusden

Overzicht

Gevonden: 1890
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
koorts koorts: kors (Heusden, ... ) hij heeft (de) koorts [ZND 28 (1938)] || koorts [RND] III-1-2
koot boelee: bu`lę (Heusden) Het korte been onmiddellijk boven de hoef, zowel van de voor- als achterpoot. 1Het is één van de belangrijkste lichaamsdelen van het trekpaard. Zie afbeelding 2.25. [JG 1a, 1b; N 8, 32.1, 32.2, 32.3, 32.7, 32.10, 32.14, 32.15 en 32.16] I-9
kop kop: kǫp (Heusden) [JG 1a, 1b] I-9
kopdorser kopdorser: kǫp˱dǫrsǝr (Heusden) Bij deze vroege gemotoriseerde dorsmachine werden de schoven met de aren (de kop van de schoof) naar voren in de machine geschoven. Het eigenlijke dorsen gebeurde in een trommel met ijzeren pinnen of tanden die doet denken aan een hekel. Zie afbeelding 12. [N 14, 6a; JG 1a, 1b; monogr.] I-4
koperwiek franse klijster: franse klijster (Heusden), franse kluister: franse kluister (Heusden) koperwiek III-4-1
kopje jatte (fr.): zjat (Heusden), tas: tas (Heusden) een kopje met een schoteltje [ZND 34 (1940)] || kopje, tas [ZND 28 (1938)] III-2-1
kopjeduikelen tuimelen: toomelen (Heusden) hij kan over zijn hoofd tuimelen (buitelen), een tuimeling maken [ZND 08 (1925)] III-3-2
kopnet vliegennet: [vliegennet] (Heusden) Vliegennet dat alleen over het hoofd van het paard wordt gehangen. [JG 1a, 1b; N 13, 83a] I-10
koppelhaak, koppelketting haak: hōǝk (Heusden) De in dit lemma verenigde termen betreffen het verbindingsstuk ( + evt. onderdelen) tussen het zwenghout van het trekdier en de kam of stelboog. Dat was meestal - en vooral bij de oude voetploeg - een korte ketting met een haak aan de uiteinden. Vaak echter bestond dit koppelstuk uit twee haken, twee ringen of een haak en een ring die onderling door een draaihaak verbonden waren, of kon volstaan worden met een haak, een open schakel of een ring zonder meer. Bij de latere ijzeren wentelploeg met voorkar kon het zwenghout rechtstreeks aan de haak van de stelboog worden vastgemaakt. Sommige opgaven benoemen dan ook de vaste haak die deel uitmaakt van de grindelstang ofwel de tot de breedteregeling behorende beweegbare haak. De bovengenoemde of een daarop gelijkende ketting werd - en enkele van de onderstaande termen wijzen daar al op - eveneens gebruikt om de eg met het zwenghout te verbinden. Men zie daarom ook het lemma Egketting ca. [JG 1b + 1e + 2c; JG 2b-4, 2c; N 11, 35; N 11 A, 95b + 99c] I-1
koppig koppig: ook materiaal znd 28, 31  kùppig (Heusden) koppig [ZND 01 (1922)] III-1-4