e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heusden

Overzicht

Gevonden: 1890
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kostganger logeur (<fr.): lozeur (Heusden) een kostganger (die bij anderen inwoont) [ZND 28 (1938)] III-3-1
kostschool pensionaat (<fr.): pensionaot (Heusden) kostschool [ZND 40 (1942)] III-3-1
kotelet, ribstuk karbonade: krbənōͅjə (Heusden), kotelet: koͅrtəleͅtə (Heusden) karbonaden [Goossens 1b (1960)] || koteletten [Goossens 1b (1960)] III-2-3
kous: algemeen kous: koos (Heusden, ... ) Kous, een paar kousen. Bedoeld wordt het kledingsstuk dat gebreid of geweven wordt en de voet en het gehele been tot boven de knie bedekt (fr. bas) [ZND 48 (1954)] || Kous. Wat is de juiste uitspraak van kous (beenbekleding) ? [ZND 47 (1950)] III-1-3
kousenband kousband: koosband (Heusden) kousenband [ZND 01u (1924)] III-1-3
kouter kouter: kō.tǝr (Heusden) Het lange smalle mes dat (achter de voorschaar) aan de ploegboom is bevestigd en dat bij het ploegen de voor vertikaal afsnijdt. [N 11, 31.I.c; N 11A, 85b; JG 1a + 1b; A 26, 4a; L 1 a-m; L 28, 40; Lu 4, 4a; S 19; monogr.] I-1
kraag kraag: kraag (Heusden) kraag [ZND 28 (1938)] III-1-3
kraakbeen kraakbeen: kraakbien (Heusden) kraakbeen (zacht been; Fr. cartillage) [ZND 01u (1924)] III-1-1
kraaltjes pareltjes: pii.rḷkəs (Heusden) kraaltjes [RND] III-3-2
kraambed kinderbed: znd 1 a-m; znd 1u, 135  kinnerbed (Heusden, ... ) kraambed (in het - (ge)komen) [ZND 01 (1922)], [ZND 01u (1924)] III-2-2