22750 |
lied, liedje |
liedje:
likə (K360p Heusden),
verkleinwoord
lieke (K360p Heusden)
|
Een lied, een liedje. [ZND 30 (1939)] || liedje [RND]
III-3-2
|
17647 |
lies |
lies:
lies (K360p Heusden),
liest:
li.st (K360p Heusden)
|
de lies (plooi van de dij) [ZND 30 (1939)] || Het vel of vlies rond een windei. [JG 1b, 1c, 2c]
I-12, III-1-1
|
24343 |
lieveheersbeestje |
onzelievevrouwtjesbeestje:
ook in ZND 16, 006
oawsliefvroakesbiesteke (K360p Heusden)
|
lieveheersbeestje [ZND 05 (1924)]
III-4-2
|
20464 |
lijkbidder |
lijkbidder:
znd 1 a-m; znd 30, 25;
lijkbieër (K360p Heusden, ...
K360p Heusden)
|
lijkbidder [ZND 30 (1939)] || lijkbidder (fr. croquemort) [ZND 01 (1922)]
III-2-2
|
22329 |
lijn waar het spel begint |
streep:
striep (K360p Heusden, ...
K360p Heusden)
|
De lijn waar bepaalde spelen beginnen [meet, mark, schreef, schram, erke, aanbrak, ambrok, lambrak, doodmeet]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
21098 |
lijnzaadmeel |
lijzerdmeel:
lɛ̄zǝrmeǝl (K360p Heusden)
|
De gedroogde pulp die overblijft na het slaan van de olie uit het lijnzaad. Het meel wordt als veevoeder gebruikt. Indien in samenstellingen met lijnzaad- dit woorddeel onverkort is gebleven en gelijk aan de opgave voor lijnzaad in dat lemma, dan is hier naar de variant van het lemma Lijnzaad, Vlaszaad verwezen. Voor de typen lijzend en lijzens naast lijzaad zie de toelichting bij het lemma Lijnzaad, Vlaszaad. [monogr.; add. uit L 1 a-m; L 1 u, 149; L 42, 59; RND 31]
I-5
|
33275 |
lijnzaadpap |
lijzerdpap:
lęi̯zǝrtpap (K360p Heusden)
|
De "pap", ofwel het vloeibare veevoer dat van lijnzaadmeel wordt gemaakt. De zegsman uit Maastricht merkt op dat de pap ook medicinale kracht heeft en gebruikt wordt om op een wond te leggen. Indien in samenstellingen met lijnzaad- dit woorddeel onverkort is gebleven en gelijk aan de opgave voor lijnzaad in dat lemma, dan is hier naar de variant van het lemma Lijnzaad, Vlaszaad verwezen. Voor de typen lijzend en lijzens naast lijzaad zie de toelichting bij het lemma Lijnzaad, Vlaszaad. [RND 31; monogr.; add. uit L 1 a-m; L 1 u, 149; L 42, 59]
I-5
|
21478 |
liniaal |
regel:
regel (K360p Heusden)
|
Een liniaal (om rechte lijnen te trekken). [ZND 30 (1939)]
III-3-1
|
17867 |
links, linkshandig |
slinks:
slinks (K360p Heusden)
|
iemand die meestal zijn linkerhand gebruikt: hij is... [ZND 37 (1941)]
III-1-2
|
17869 |
linkshandig persoon |
slinkse, een -:
ne slinkse (K360p Heusden)
|
iemand die meestal zijn linkerhand gebruikt: het is een ... [ZND 37 (1941)]
III-1-2
|