e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L292p plaats=Heythuysen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kwanselen tuisen: Opm. toegift (zie onderaan in "balk", onder vraag 48).  tōēsen (Heythuysen) ruilen [N 21 (1963)] III-3-1
kwart el, maat van 17 cm vierdel: vierel (Heythuysen) de maat die een lengte aangeeftt van 17 cm, 1/4 deel van een el [kwaart, vierndeel, ferrel, verrel] [N 91 (1982)] III-4-4
kwart, vierde deel, maat vierdel: viëzel (Heythuysen) vierde deel III-4-4
kwartelkoning kwartelkoning: kwartele keuning (Heythuysen) kwartelkoning III-4-1
kwartje kwartje: kwartje (Heythuysen), kwertje (Heythuysen) kwartje, een ~ [N 21 (1963)] || kwartje: Hier heb je een kwartje voor een ijsje [DC 41 (1966)] III-3-1
kwartmaanmes kwartmaan: kwartmaan (Heythuysen) Mes waarmee men de stukken leer voor de binnenhaam uitsnijdt. Het heeft de vorm van een kwart maan. Zie afb. 71. [N 36, 39; Li 1963, 49] II-10
kwastje aan een halsketting poesje: puuskes (Heythuysen) gouden kwastjes aan een halsketting [trosjes] [N 86 (1981)] III-1-3
kweek kweek: kwēk (Heythuysen), -  kweek (Heythuysen), puinen: pø̜i̯nǝ (Heythuysen), -  puinə (Heythuysen), varkensgras: vęrkǝsgrās (Heythuysen), -  verkesgraas (Heythuysen) Elymus repens (L.) Gould Zeer algemeen voorkomend hardnekkig onkruid op gras- en bouwland en op akkerranden, dat er grasachtig uitziet met een rechtopstaande aar en donker- tot grijsgroen blad. Het bloeit van juni tot augustus. De lengte varieert van 30 tot 120 cm. Het is een lastig kruipend onkruid met veel onderaardse wortelstokken, die wel als veevoeder gebruikt worden. De boer verwijdert het met de eg uit de akker. Deze plant is ook wel bekend onder de oude naam kweekgras of tarwegras (Triticum repens L.). Zie in verband met de vele puin-opgaven de speciale bibliografie onder Goossens 1985; 1987 en 1988, 109-126. [N 11, 71; JG 1a, 1b, 2c; A 27, 24b; A 28, 10; A 29, 6 en 9; A 33, 17; L 34, 52; L 48, 18; Lu 2, 18; Lu 4, 9; S 20; monogr.; add. uit N 11, 70, 72, 80a en 88] || kweek (Agropyrum repens) [DC 26 (1954)] I-5, III-4-3
kwellen plagen: plagen (Heythuysen) lichamelijk of geestelijk leed veroorzaken [plagen, kwellen] [N 85 (1981)] III-3-1
kwelling/pesterij plaag: plaag (Heythuysen), temptatie (<fr.): temptatie (Heythuysen) het kwellen [plaag, temptatie] [N 85 (1981)] III-3-1