e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L292p plaats=Heythuysen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
oorveeg draai: draai (Heythuysen), oorveeg: oorveeg (Heythuysen) Oorveeg: slag om de oren (raps, oorveeg, opneuker, mot, blamot, appelvlink, sabelets, pees, lap, draai, laps, klap, lek, konkel, fleer, hababbel). [N 84 (1981)] III-1-2
oorvormig handvat oor: eurke  oear (Heythuysen) Oorvormig handvat van b.v. een kopje, pan, kan etc. (oor, handsvat, handvat) [N 79 (1979)] III-2-1
oorworm oorworm: oarworm (Heythuysen), oirworm (Heythuysen), óarworm (Heythuysen) oorworm (firficula auricularia) [DC 18 (1950)] III-4-2
oot doord: was giftig naar ik meen. Opgegeven bij oot [wilde haver]  doord (Heythuysen), eve: -  aevə (Heythuysen) oot [wilde haver] [DC 30 (1958)] || wilde haver [DC 30 (1958)] III-4-3
oot, wilde haver doord: doord (Heythuysen), evie: ē̜vǝ (Heythuysen) Avena fatua L. Een vrij algemeen voorkomend lastig onkruid op bouwland, in korenvelden en wegbermen, dat er haverachtig uitziet met een wijde, pluimvormige aar. Het bloeit van juni tot augustus. De lengte varieert van 60 tot 120 cm. Vergelijk lemma Evene in WLD.I, afl. 4. [A 30, 2; A 60A, 81; L 49, 2; monogr.; add. uit JG 1a, 1b] I-5
op bedevaart gaan bedevaart doen: Bedevaart dôôn (Heythuysen), op bedevaart gaan: òp beevert gao.n (Heythuysen), (het woord: beeváárt is een "jongere"benaming).  òp beeváárt gao.n (Heythuysen) Bedevaart doen [ne gank doon]. [N 06 (1960)] III-3-3
op de borrel gaan naar het varken komen kijken: nǭ ǝt vɛrkǝ kōmǝ kīkǝ (Heythuysen) Voordat een varken geslacht wordt, komen de buren het prijzen in de hoop op een borrel te worden getrakteerd. Ook komt het voor dat dit gebeurt, als het varken gedood is. Soms blijven de inspanningen die men zich voor de borrel moet getroosten beperkt tot wat prijzende woorden, soms helpt men even mee het varken op de grond te trekken of het dier vast te houden, zodat de slachter het de keel kan doorsnijden. [N 28, 4] II-1
op de juiste temperatuur rijp: rīp (Heythuysen) Gezegd van gerezen deeg. Het vocht in het deeg is de warmtebron. Door het vocht te verwarmen brengt men het deeg op de juiste temperatuur. De goede temperatuur is van groot belang voor de kwaliteit van het produkt. Te warme degen zullen droog brood geven, dat spoedig kruimelig wordt, terwijl te koude degen een brood opleveren dat klein van stuk en wreed van scheuring is (Schoep blz. 95). Volgens de informanten van K 359, L 270, en Q 121e was eertijds het bepalen van de juiste temperatuur een kwestie van aanvoelen of voelen met de handen. De goede temperatuur zou volgens de informant van L 269a zijn ¬± 28¬∞C. In dit lemma komen verschillende grammaticale categorieën voor. [N 29, 28b; monogr.] II-1
op de loop gaan ertussenuit gaan: d`r tussen oet gaon (Heythuysen) vluchten: Op de loop gaan (biezen, vluchten, vlieden). [N 84 (1981)] III-1-2
op de markt verkopen markten: mèrtjen (Heythuysen), naar de markt gaan: nao de mèrtj gaon (Heythuysen) verkopen, goederen op de markt gaan ~ [N 21 (1963)] III-3-1