e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L292p plaats=Heythuysen

Overzicht

Gevonden: 3558
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
doel goal (eng.): goal (Heythuysen) Het doel. [DC 49 (1974)] III-3-2
doelloos friemelen friemelen: friemelen (Heythuysen) haffelen: Doelloos met de handen spelen (haffelen, krawietelen). [N 84 (1981)] III-1-2
doelman keeper (eng.): kieper (Heythuysen) Doelverdediger. [DC 49 (1974)] III-3-2
doelpunt goal (eng.): goal (Heythuysen) Doelpunt. [DC 49 (1974)] III-3-2
dof, gedempt van geluid hees: heis (Heythuysen) niet helder, gedempt, gezegd van een geluid [grof, dof, hol, schor] [N 91 (1982)] III-4-4
doffer, mannelijke duif doffer: doffer (Heythuysen) een mannelijke duif (doffer, kebber, kipper, horen, duivcer) [N 83 (1981)] III-4-1
dolle kervel hondspeterselie: WLD  honjspeterselie (Heythuysen) Scheerling, dolle kervel (chaerophyllum temulum 30 tot 120 cm groot. De stengels zijn aan de knopen verdikt en meestal rood gevlekt; de bladeren zijn dubbel geveerd, behaard, en de omwindseltjes hebben gewimperde blaadjes; de bloemen zijn wit; de vrucht [N 92 (1982)] III-4-3
domme man stommerik: stommerik (Heythuysen) een dom persoon [domoor, dommerik, dotskop] [N 85 (1981)] III-1-4
domme vrouw doos: ⁄n doos (Heythuysen) een dommme vrouw [lut, kul, dulleke] [N 85 (1981)] III-1-4
dompelen deppen: deppen (Heythuysen) in een vloeistof dompelen [dopen, doppen, dompelen] [N 91 (1982)] III-4-4