e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L292p plaats=Heythuysen

Overzicht

Gevonden: 3558
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
drukken drukken: drukken (Heythuysen) Drukken: iets aan een wegende of stuwende kracht onderwerpen (drukken, prangelen, priegelen). [N 84 (1981)] III-1-2
drukte maken omstand maken: omstand maken (Heythuysen) drukte maken, veel moeite doen meestal op luidruchtige wijze [omstand maken, spatsen maken, statie maken] [N 85 (1981)] III-1-4
drukte, gedoe drukte: drukte (Heythuysen) een overvloed van bezigheden, drukte [slemeur, trubbel, navegatie, begankenis, omstand, wiet] [N 85 (1981)] III-1-4
druppel druppel: enne dröppel (Heythuysen), enne(n) dröppel (Heythuysen) druppel water [dröp, dröppel] [N 07 (1961)] III-4-4
dubbel sierhek poort: port (Heythuysen) Dubbel sierhek dat toegang geeft tot een boerenhofstee of buitenplaats. [A 25, 5f; L 19B, 6] I-8
dubbele pik bik: bek (Heythuysen), pik: pek (Heythuysen), pioche: pijas (Heythuysen) Houwwerktuig met korte steel en twee in een punt uitlopende armen. Zie ook afb. 14b. [N 30, 19b; monogr.] II-9
dubbelschaar van de aanaardploeg ophoogschaars: ǫphyǝxšārs (Heythuysen) Zie de toelichting en de afbeelding bij het lemma Aanaardploeg. [N 11A, 83b; monogr.; add. uit N 12, 25] I-5
dubbeltje dubbeltje: döbbeltje (Heythuysen) dubbeltje, een ~ [N 21 (1963)] III-3-1
duim her: hɛr (Heythuysen), toren: tūr (Heythuysen) Zie kaart. De in het muurgesteente aangebrachte ijzeren haak voor raam- of deurhengsels. Zie ook afb. 56. In en rond L 289 werd de term her gebruikt voor het metalen scharnierstuk dat aan de deurpost was bevestigd. Het scharnierstuk dat aan de deur vastzat en paste in de her werd 'geheng' ('gǝheŋ') genoemd. Zie voor het woordtype 'toren' ook RhWb viii, k. 1481-1482 s.v. 'Turen': ø̄Türangel, der Stift, um den sich die Tür dreht; auch jener in die Wand geschlagene Eisenhakenø̄, en voor het woordtype 'tordel' ook Limburgs Idioticon, pag. 252, s.v. 'teulder', den, ø̄har, lat. cardo. Geh. Maeskant.ø̄ [N 32, 13a; N 54, 81b-81e; monogr.] II-9
duim, maat van 2,5 cm duimdik: doemdick (Heythuysen) de maat die een lengte van 2 1/2 cm aangeeft [duim] [N 91 (1982)] III-4-4