22858 |
kraaltjes |
kraaltjes:
krelkəs (L292p Heythuysen)
|
kraaltjes [RND]
III-3-2
|
20146 |
kraamverzorgster |
zuster:
zuster (L292p Heythuysen)
|
kraamverpleegster; gediplomeerde verzorgster moeder/kind [DC 12a (1943)]
III-2-2
|
24196 |
kraanvogel |
kroenekraan:
krunekrānə (L292p Heythuysen),
(geen fon doc.)
kroenekraan (L292p Heythuysen),
mv.
kroenekrane (L292p Heythuysen)
|
kraanvogel [ZND 01 (1922)], [ZND 17 (1935)]
III-4-1
|
17918 |
krabben |
scheren:
šē̜rǝ (L292p Heythuysen)
|
Met een krabber of andere hulpmiddelen de geweekte varkensharen verwijderen. Door het krabben wordt een zeer dun laagje van de opperhuid eveneens verwijderd. [N 28, 27; monogr.]
II-1
|
25404 |
krabber |
krabber:
krɛbǝr (L292p Heythuysen),
schraptoot:
šraptut (L292p Heythuysen),
toot:
tut (L292p Heythuysen)
|
Een meestal kegelvormig metalen werktuig met scherpe onderrand waarmee men de geweekte varkensharen verwijdert. Aan de bovenkant van de krabber bevindt zich een haak waarmee men de na het krabben achtergebleven lange haren uittrekt of de nagels afrukt. Omdat men een krabber vaak zelf maakt of laat maken van restanten van ander, niet meer bruikbaar gereedschap (bv. het blad van een schoffel) komen allerlei vormen voor. Voor het mes waarmee men de geweekte ha-ren en opperhuid van het varken verwijdert zie men het lemma ''mes''. Zie afb. 6. [N 28, 28a; N 28, 36; monogr.]
II-1
|
25550 |
krabsel |
afval:
āfval (L292p Heythuysen),
schrapsel:
šrɛpsǝl (L292p Heythuysen)
|
Deeg dat zich aan de zijkanten en op de bodem van de trog heeft vastgezet. [N 29, 21a]
II-1
|
21342 |
krant |
gazet (<fr.):
gazeͅt (L292p Heythuysen),
gozet (L292p Heythuysen)
|
een dagelijks verschijnend drukwerk ter verspreiding van nieuws en wetenswaardigheden en tot voorlichting van het publiek [gazet, krant, courant, journaal, dagblad] [N 87 (1981)] || krant [ZND 17 (1935)]
III-3-1
|
24339 |
krekel |
krekel:
kirkəl (L292p Heythuysen),
krēkəl (L292p Heythuysen)
|
krekel [DC 07 (1939)]
III-4-2
|
18107 |
krentenbaard |
krentenbaard:
krintebaard (L292p Heythuysen)
|
Uitslag, zweertjes op de lippen en de kin (krentenbaard, baardziekte). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
20707 |
krentenbrood |
krentenmik:
krintemik (L292p Heythuysen)
|
brood waarin krenten gebakken worden [N 29 (1967)]
III-2-3
|