19729 |
bezemsteel |
steel:
stēl (L292p Heythuysen)
|
bezemsteel [RND]
III-2-1
|
19302 |
bezig |
doende:
doende (L292p Heythuysen)
|
werkzaam aan of met iets bezig zijn [bezig, onledig, ollig, doende, gesteld [zijn aan]] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21299 |
bezoek |
bezoek:
bezeuk (L292p Heythuysen)
|
de personen die op bezoek komen [bezoek, visite, volk] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
21509 |
bezoeken |
opzoeken:
opzeuken (L292p Heythuysen)
|
een zieke bezoeken [randen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
18827 |
bezorgd |
te doen hebben met:
ps. de eerste 2 woorden zijn niet goed te lezen!
të doon hubben met (L292p Heythuysen)
|
ongerust zijn, vol kommer en zorg zijn (d) [betusseld, betimperd, zorg hebben] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
25654 |
bezorgen |
venten:
vɛntǝ (L292p Heythuysen)
|
Brood thuis bezorgen. Het woordtype "kremeren" duidt op het feit dat het brood niet door de rondbrenger gebakken is maar dat het door een grote bakkerij of broodfabriek geleverd wordt. Een eventueel opgegeven object "brood" wordt niet gedocumenteerd. [N 29, 99a, N 29, 99b; N 29, 100 add.; monogr]
II-1
|
19298 |
bezwaarlijk |
bezwaarlijk:
bezwaarlijk (L292p Heythuysen)
|
zwaar vallend [bezwaarlijk, kwalijk] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18009 |
bezwijming |
flauwte:
flauwte (L292p Heythuysen)
|
Bezwijming: flauwte, onmacht (kwalijkte, kwalijkvaart, zwijm, zwijmel). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21270 |
bieden |
bieden:
bejə (L292p Heythuysen)
|
bieden [RND]
III-3-1
|
20830 |
bier |
bier:
béér (L292p Heythuysen)
|
bier [RND]
III-2-3
|