| 19978 |
blaffen |
kaffen:
kaffen (L292p Heythuyzen)
|
Hoe noemt u het gewone stemgeluid van een hond (blaffen, bassen, bletsen, basten) [N 83 (1981)]
III-2-1
|
| 17691 |
blazen |
blazen:
blāōzen (L292p Heythuyzen)
|
Hoe noemt u het geluid dat katten voortbrengen als zij kwaad zijn (blazen, spuwen) [N 83 (1981)]
III-2-1
|
| 21009 |
bolster van een noot |
bast:
bast (L292p Heythuyzen)
|
De harde huid van een noot (bast, bolster, sloester, schaal, hulster, boost, bluster, boets, schulp, schelp, snoester). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
| 20661 |
bonenkruid |
bonenkruidje:
bonekruudje (L292p Heythuyzen)
|
Bonenkruid, het geurige kruid dat bij de tuinbonen of andere peulvruchten gevoegd wordt (keule, keul, kuil, kruid, heume, bonenkruid, kuun, keune). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
| 20778 |
groente |
groentes:
greuntes (L292p Heythuyzen)
|
De gewassen die door mensen als voedsel worden gebruikt in het algemeen (groente, potazzie). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
| 19979 |
grommen |
grommen:
grommen (L292p Heythuyzen)
|
Hoe noemt u een dof, laag, grommend geluid voortbrengen, gezegd van honden (grauwelen, gronzen, grommen, grozen, grollen) [N 83 (1981)]
III-2-1
|
| 18876 |
huilen |
janken:
janken (L292p Heythuyzen)
|
Hoe noemt u een hoog en schel onaangenaam geluid voortbrengen, gezegd van honden (huilen) [N 83]
III-2-1
|
| 19927 |
janken |
joenkeren:
jŏnkeren (L292p Heythuyzen)
|
Hoe noemt u een klagelijk hoog geluid voortbrengen, maar minder luid dan bij 018c (jonkelen, janken, kajiten, kajankelen, jammen) [N 83 (1981)]
III-2-1
|
| 19826 |
kat |
kat:
kat (L292p Heythuyzen),
miesje:
mieske (L292p Heythuyzen)
|
Hoe noemt u een kat (poes, mies, kat, balkhaas, zandhaas, marol) [N 83 (1981)]
III-2-1
|
| 19926 |
keffen |
keffen:
keffen (L292p Heythuyzen, ...
L292p Heythuyzen)
|
Hoe noemt u hoog en snel blaffen, vooral van kleine honden (keffen, kneffen) [N 83 (1981)]
III-2-1
|