e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoensbroek

Overzicht

Gevonden: 4563
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
flauw flauw: flauw (Hoensbroek), flauwe smaak (Hoensbroek) niet zout of hartig smakend (meeps, laf, flauw, flets, fleps) [N 91 (1982)] III-2-3
flensje pannenkoekje: pannekukske (Hoensbroek) flensje; Hoe noemt U: Een dun pannekoekje, een flensje (struifje, koekje, flensje, broedertje) [N 80 (1980)] III-2-3
fles, maat van ong. 0,8 liter fles: ein fles (Hoensbroek) de maat die een inhoud aangeeft van 0,8 liter [fles] [N 91 (1982)] III-4-4
flink; flinke persoon flink zijn: flink zien (Hoensbroek) geneigd om flink aan te pakken, om stevig door te werken [hel, flink] [N 85 (1981)] III-1-4
fluim fluim: flūūme (Hoensbroek), kaats: kaatsj (Hoensbroek) fluim [klad, kwalster, kwaaier] [N 10a (1961)] III-1-2
fluimen uitspuwen fluimen spijen: flūūme sjpieje (Hoensbroek) spuwen: fluimen uitspuwen [kwalstere, kwaajere, uitgooje] [N 10 (1961)] III-1-2
fonkelen, flonkeren fonkelen: fonkeld (Hoensbroek), fonkelen (Hoensbroek) levendig, maar niet onrustig stralen of glanzen, warm schitteren [sprietelen, fonkelen, flonkeren] [N 91 (1982)] III-4-4
fooi drinkgeld: drinkgeld (Hoensbroek), fooi: foei (Hoensbroek), fooi (Hoensbroek) de gift in geld aan iemand die een dienst verleend heeft (vanwege zijn beroep) [fooi, pree, drinkgeld] [N 89 (1982)] III-3-1
franciscaan bruine pater (lat.): broane poater (Hoensbroek), franciscaan: Franciscaan (Hoensbroek) Een Franciscaan of Minderbroeder [bruine pater, de Broune, Minnebroor, broene paater]. [N 96D (1989)] III-3-3
fret fret: fret (Hoensbroek) fret: Hoe noemt u in uw dialect het marterachtige roofdier waarmee men jaagt op konijnen (het is de tamme albinovorm van de bunzing)? [N100 (1997)] III-4-2