20388 |
getuige zijn |
getuigen:
getuuge (Q039p Hoensbroek)
|
getuige zijn bij een huwelijk [getuigen zijn, bronken] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
21725 |
getuigenis |
getuigenis:
getuugenis (Q039p Hoensbroek)
|
de verklaring die men als getuige aflegt over een persoon of een zaak [toon, getuige, getuigenis] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
33388 |
getuigrek |
hamengalg:
hāmǝgalǝx (Q039p Hoensbroek)
|
Het zwaardere paardetuig wordt meestal opgehangen aan de muur aan een rek, zware stokken, haken, knuppels, balkjes etc. Het kan ook op een plank gelegd worden. De benamingen geven vaak aan om welke mogelijkheid het gaat. Benamingen die naar een kast of kist verwijzen, zijn overgeplaatst naar het lemma "getuigkast" (2.3.7). Zie ook dat lemma. [N 5A, 59e; add. uit N 13, 81]
I-6
|
23899 |
gevallen engelen |
duivels:
duvels (Q039p Hoensbroek),
gevallen engelen:
gevalle ingele (Q039p Hoensbroek)
|
De gevallen engelen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
21322 |
gevangenis |
cachot (<fr.):
Van Dale: cachot (<Fr.), gevangenhok, gevangenis; arrestantenlokaal.
kachot (Q039p Hoensbroek)
|
de gevangenis [cachot, nor, partoet, speentje, grawoel, ren] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
17808 |
geven |
geven:
ge:ɛvə (Q039p Hoensbroek)
|
geven [ZND A1 (1940sq)]
III-1-2
|
24003 |
gevormd worden |
gevormd worden:
geveurmd jonnen (Q039p Hoensbroek),
gevòrmd weeëde (Q039p Hoensbroek)
|
Gevormd worden, het Vormsel ontvangen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
21439 |
geweer |
geweer:
geweĕr (Q039p Hoensbroek)
|
een draagbaar vuurwapen bestemd om door één persoon met twee handen bediend te worden, ongeveer 1 à 1 1/2 meter lang [geweer, bunkje] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
19381 |
gewelf |
gewelf:
gǝwɛlǝf (Q039p Hoensbroek),
het gewelf (Q039p Hoensbroek),
welfsel:
wɛlǝfsǝl (Q039p Hoensbroek)
|
Gebogen vlak, samengesteld uit bakstenen, dat de overdekking vormt van een ruimte die wordt omsloten door muren of pijlers. Zie ook de lemmata 'Troggewelf' en 'Tongewelf'. [S 10; L 1 a-m; L 24, 12; N 79, 18; monogr.] || Het gewelf [zwerk, verwulf, verwölf?]. [N 96A (1989)]
II-9, III-3-3
|
23377 |
gewelfschildering |
muurschildering:
de moersjilderinge (Q039p Hoensbroek)
|
Een gewelfschildering, muurschildering. [N 96A (1989)]
III-3-3
|