29826 |
halve steen |
halve brik:
hǭǝvǝ brek (Q039p Hoensbroek),
kop:
kǫp (Q039p Hoensbroek)
|
Een in de breedterichting doormidden geslagen metselsteen of een baksteen van dit formaat die machinaal is vervaardigd. Zie ook de toelichting bij het lemma ɛdrieklezoorɛ.' [N 31, 19a; monogr.]
II-8
|
21607 |
halve stuiver |
merk:
ing merk (Q039p Hoensbroek),
merk (Q039p Hoensbroek, ...
Q039p Hoensbroek),
twee en een halve cent:
twieë en e haave cent (Q039p Hoensbroek)
|
halve stuiver, een 2 1/2 centstuk [lap, sjoe, groot, flapsent, bokkestuiver, grote cent, plak, bots, vierduitstuk?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21606 |
halve-centstuk |
halve cent:
haave cent (Q039p Hoensbroek),
inne hòve cent (Q039p Hoensbroek),
penning:
fenning (Q039p Hoensbroek)
|
halve-centstuk, een ~ [senske?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
17659 |
hand |
hand:
haNd (Q039p Hoensbroek),
hand (Q039p Hoensbroek)
|
een hand [ZND A1 (1940sq)] || hand [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
21731 |
handboei |
handboei:
handboei (Q039p Hoensbroek)
|
de boei waarmee handen geboeid worden [paternoster, handboei] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
33305 |
handcultivator |
cultivator:
køltivātǝr (Q039p Hoensbroek)
|
Handgereedschap voor het losmaken van de grond. In aflevering I.2, p.161-2 is sprake van een zware cultivator die door (paarde)tractie wordt gewogen. Het werkingsprincipe van de twee gereedschappen is echter hetzelfde. [N 18, 52; monogr.]
I-5
|
21849 |
handel |
handel:
handel (Q039p Hoensbroek, ...
Q039p Hoensbroek)
|
het kopen en verkopen, het doen van koopmanszaken [agotie, negotie, commerce, handel] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
21449 |
handelaar |
handelaar:
handelaar (Q039p Hoensbroek),
handelaer (Q039p Hoensbroek),
koopman:
koupman (Q039p Hoensbroek)
|
iemand die handel drijft [koopman, commercant, marchand, handelaar] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
21496 |
handelen |
handel (zn.):
handel (Q039p Hoensbroek),
handel drijven:
handel drieve (Q039p Hoensbroek),
handelen:
handelen (Q039p Hoensbroek)
|
handel drijven [komenschappen] [N 89 (1982)] || loven en bieden, de waren aanprijzen [koopman] en er een prijs voor bieden (koper) [handelen] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
18903 |
handeling |
handeling:
ein handeling (Q039p Hoensbroek)
|
een op zichzelf staande, niet werktuigelijke verrichting, een handeling [gangen, gang, daad] [N 85 (1981)]
III-1-4
|