e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoensbroek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hoesten hoesten: ho:stə (Hoensbroek), hoesten (Hoensbroek), hooste (Hoensbroek, ... ), kotsen: (kotse) (Hoensbroek), kuchen: kuche (Hoensbroek) hoesten [ZND A2 (1940sq)] || hoesten [keche, kechelen] [N 10a (1961)] III-1-2
hoeven verwijderen afzagen: (de hoeven worden) āfgǝzēx (Hoensbroek), hoeven afhouwen: ājhǫwǝ (Hoensbroek), in het gewricht afhouwen: en ǝt gǝwrext āfhǫwǝn (Hoensbroek) Eerst wordt de gehele poot verwijderd van het lijf en dan worden later de hoeven van de poot gekapt. Het kan zijn dat sommige antwoorden eerder duiden op het begrip "poot verwijderen" dan op "hoef verwijderen". [N 28, 46; monogr.] II-1
hoge herenschoen hoge schoen: hoeweg sjoon (Hoensbroek), hoēëg sjoon (Hoensbroek), hôêg sjoon (Hoensbroek) herenschoenen, hoge ~ [N 24 (1964)] III-1-3
hoge hoed cilinder: cilinder (Hoensbroek), cylinder (Hoensbroek), hoge hoed: hoëge hoot (Hoensbroek), hōēëge hoot (Hoensbroek), hôêge hood (Hoensbroek), höge hoad (Hoensbroek), hoge zijden: hoege sieie (Hoensbroek), hōēëge zieje (Hoensbroek) hoed, hoge ~, gedragen bij rouwgelegenheden [N 25 (1964)] III-1-3
hoge hoed bij begrafenis cilinder: cilinder (Hoensbroek), cylinder (Hoensbroek), hoge hoed: der hōēëge hoot (Hoensbroek), hoëge hoot (Hoensbroek), hôêge hood (Hoensbroek), höge hoad (Hoensbroek), hoge zijden: hoege sieie (Hoensbroek), hōēëge zieje (Hoensbroek), kachelpijp: kachelpīēëp (Hoensbroek) hoed, hoge ~, gedragen bij rouwgelegenheden [N 25 (1964)] III-2-2
hoge klomp hoge klomp: hūǝgǝ [klomp] (Hoensbroek) Klomp met een hoge en lange, tot boven de wreef doorlopende kap. De klompopening sluit bij dit type klompen goed om de voet zodat er geen klompenriem nodig is. Zie ook afb. 259. Het woord(deel) klomp is fonetisch gedocumenteerd in het lemma ɛklompɛ. De kapklomp die in en rond Venray (L 210) bekend was, was een luxe hoge klomp die versierd was met koperen spijkers. Hij was volgens het Venrays woordenboek (pag. 227), ondanks de hoge kap toch van een leren band voorzien en werd op zondag gedragen.' [N 24, 70b; monogr.] II-12
hoge klomp? hoge klomp: hoeweg klŏmpe (Hoensbroek), hōēëge klômp (Hoensbroek), hôêg klompe (Hoensbroek) klomp met hoge huif, hoge klomp, zonder riem gedragen [N 24 (1964)] III-1-3
hoge pet met opstaand bovenstuk hoge zijden: höge zieje (Hoensbroek) pet met opstaand cylindervormig bovenstuk: het hoge model {afb} [hoge zeje] [N 25 (1964)] III-1-3
hoge rijgschoen bottine: bòttengs (Hoensbroek), hoge rijgschoen: hôêg riesjoon (Hoensbroek), rijgschoen: riejschoon (Hoensbroek), riejsjoon (Hoensbroek) rijgschoenen, hoge ~ voor dames [petiens, bottines] [N 24 (1964)] III-1-3
hoge schoen met elastieken tussenstukken botting: [sic]  bòttengs (Hoensbroek), rekkenschoen: rekkesjoon (Hoensbroek, ... ), rikkesjoon (Hoensbroek) schoenen, hoge ~ met elastieken tussenstukken in de schacht [boddekeens] [N 24 (1964)] III-1-3