e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoensbroek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ijzeren haak aan de puthaak schephaak: šøphōͅk (Hoensbroek) [N 12 (1961)] I-7
ijzeren pin waarmee men het slachtvee verdooft ijzeren pin: izǝrǝ penǝ (Hoensbroek), pin: pen (Hoensbroek) De woordtypen in dit lemma kunnen op verschillende zaken duiden. Men kan ermee bedoelen de ijzeren pin die uit het schietmasker gedreven wordt of de pin die op een hamer waarmee men het dier op de kop slaat, is bevestigd, of de pin van het penapparaat. Dit laatste werktuig is een voorloper van het penschietmasker. Zie ook de toelichting bij het lemma ''schietmasker''. [N 28, 5b; N 28, 5d; monogr.] II-1
ijzertje onder een schoen ijzertje: iezerke (Hoensbroek), plaatje: plaetje (Hoensbroek), stootijzertje: sjtoēët-iezerke (Hoensbroek) ijzertje onder de schoen [blakei] [N 24 (1964)] III-1-3
illustratie prentje: prentje (Hoensbroek) een plaatje, prentje, afbeelding [beeldeke] [N 90 (1982)] III-3-1
in de doodskist leggen kisten: kisten (Hoensbroek) een dode in de doodskist leggen [lichteren, kisten] [N 87 (1981)] III-2-2
in de moestuin werken gardenieren: gardeneere (Hoensbroek) [N P (1966)] I-7
in groefleger liggen op zijn kant liggen: ǫp ˲zinǝ kant legǝ (Hoensbroek), op zijn natuur liggen: ǫp ˲zinǝ natȳr legǝ (Hoensbroek) Gezegd van natuursteen die volgens de stand waarin hij in de groeve werd aangetroffen is gemetseld. Metselwerk dat op deze wijze was uitgevoerd, werd in K 353 'bruut metselwerk' ('brøt m'tsǝlw'rǝk') genoemd. [N 31, 31e] II-9
in lompen gekleed schamel: schamel gekleid (Hoensbroek) in lompen gekleed [haveloos, schabullig, schamel] [N 86 (1981)] III-1-3
in ondertrouw gaan in ondertrouw gaan: in ondertrouw gaon (Hoensbroek) aangifte doen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand, waarbij de aanstaande echtgenoten elkaar verklaren dat zij met elkaar een huwelijk willen aangaan; in ondertrouw gaan [verscholen, ondertrouwen, ondertrouw doen, aantekenen] [N 87 (1981)] III-2-2
in voorraad in voorraad: in veurraod hebbe (Hoensbroek), voorradig: voorradig (Hoensbroek) in voorraad zijn [staan, voorradig zijn] [N 89 (1982)] III-3-1