33634 |
ijzeren haak aan de puthaak |
schephaak:
šøphōͅk (Q039p Hoensbroek)
|
[N 12 (1961)]
I-7
|
25371 |
ijzeren pin waarmee men het slachtvee verdooft |
ijzeren pin:
izǝrǝ penǝ (Q039p Hoensbroek),
pin:
pen (Q039p Hoensbroek)
|
De woordtypen in dit lemma kunnen op verschillende zaken duiden. Men kan ermee bedoelen de ijzeren pin die uit het schietmasker gedreven wordt of de pin die op een hamer waarmee men het dier op de kop slaat, is bevestigd, of de pin van het penapparaat. Dit laatste werktuig is een voorloper van het penschietmasker. Zie ook de toelichting bij het lemma ''schietmasker''. [N 28, 5b; N 28, 5d; monogr.]
II-1
|
18348 |
ijzertje onder een schoen |
ijzertje:
iezerke (Q039p Hoensbroek),
plaatje:
plaetje (Q039p Hoensbroek),
stootijzertje:
sjtoēët-iezerke (Q039p Hoensbroek)
|
ijzertje onder de schoen [blakei] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
21334 |
illustratie |
prentje:
prentje (Q039p Hoensbroek)
|
een plaatje, prentje, afbeelding [beeldeke] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
20442 |
in de doodskist leggen |
kisten:
kisten (Q039p Hoensbroek)
|
een dode in de doodskist leggen [lichteren, kisten] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
33613 |
in de moestuin werken |
gardenieren:
gardeneere (Q039p Hoensbroek)
|
[N P (1966)]
I-7
|
30157 |
in groefleger liggen |
op zijn kant liggen:
ǫp ˲zinǝ kant legǝ (Q039p Hoensbroek),
op zijn natuur liggen:
ǫp ˲zinǝ natȳr legǝ (Q039p Hoensbroek)
|
Gezegd van natuursteen die volgens de stand waarin hij in de groeve werd aangetroffen is gemetseld. Metselwerk dat op deze wijze was uitgevoerd, werd in K 353 'bruut metselwerk' ('brøt m'tsǝlw'rǝk') genoemd. [N 31, 31e]
II-9
|
18227 |
in lompen gekleed |
schamel:
schamel gekleid (Q039p Hoensbroek)
|
in lompen gekleed [haveloos, schabullig, schamel] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
20383 |
in ondertrouw gaan |
in ondertrouw gaan:
in ondertrouw gaon (Q039p Hoensbroek)
|
aangifte doen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand, waarbij de aanstaande echtgenoten elkaar verklaren dat zij met elkaar een huwelijk willen aangaan; in ondertrouw gaan [verscholen, ondertrouwen, ondertrouw doen, aantekenen] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
21856 |
in voorraad |
in voorraad:
in veurraod hebbe (Q039p Hoensbroek),
voorradig:
voorradig (Q039p Hoensbroek)
|
in voorraad zijn [staan, voorradig zijn] [N 89 (1982)]
III-3-1
|