20599 |
kandeel |
grog:
grôk (Q039p Hoensbroek)
|
kandeel; Hoe noemt U: Warme drank bereid uit wijn (bier, melk) met eierdooiers, suiker en kaneel, al of niet met wittebrood (kandeel, zuipen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
19578 |
kandelaar |
kaarsenluchter:
keëtseluchter (Q039p Hoensbroek),
kandelaber:
(in de kerk).
kandelaber (Q039p Hoensbroek)
|
Hoe noemt u een kandelaar? (kandelaber) [N 104 (2000)]
III-2-1
|
23431 |
kandelaar op het altaar |
kaarsenluchter:
de keeërseluchtere (Q039p Hoensbroek)
|
De kandelaars, de kaarseluchters op het altaar [kèrseluchters, keëtseluëtersj]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
19109 |
kans |
kans:
kans (Q039p Hoensbroek)
|
De mogelijkheid, waarschijnlijkheid om te winnen of te verliezen [kans, hasard]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
30232 |
kantelaaf |
negge:
negge (Q039p Hoensbroek)
|
De dagzijde van een muuropening, voor zover die vóór een kozijn in het zicht komt. De breedte van de kantelaaf is afhankelijk van de dikte van de muur en de breedte van het kozijnhout. [N 32, 11e; N 55, 149a; monogr.]
II-9
|
21721 |
kantongerecht |
kantongerecht:
kantongerech (Q039p Hoensbroek)
|
het laagste rechtscollege, bevoegd tot kennisneming van kleine burgerlijke zaken en tot berechting van overtredingen [kantongerecht, tribunaal] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
29973 |
kantplank |
kantplank:
kantplaŋk (Q039p Hoensbroek)
|
Aan de staanders bevestigde, opstaande plank die moet voorkomen dat er materiaal van de steigervloer naar beneden valt. Zie ook afb. 18. [N 32, 3d; monogr.]
II-9
|
24081 |
kanunnik |
kanunnik (<lat.):
kanunnik (Q039p Hoensbroek),
kenunnik (Q039p Hoensbroek)
|
Een wereldlijke R.K. geestelijke die deel uitmaakt van een kapittel van een kathedrale kerk, kanunnik. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
18677 |
kap van een lange schoudermantel |
kap:
kap (Q039p Hoensbroek),
kapoets:
WNT: kapoets
klaboets (Q039p Hoensbroek)
|
kap van lange schoudermantel zonder mantel [kovel, keuvel] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
34654 |
kap van het rijtuig |
kap:
kap (Q039p Hoensbroek)
|
Kap van het rijtuig. Deze kap kan bij de meeste rijtuigen opengeklapt worden. [N 101, 15]
I-13
|