e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoensbroek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kikkerdril kwakkerdenbed: kwakərtəbɛt (Hoensbroek), kwakkerdeneieren: kwakərtəɛi̯ər (Hoensbroek) kikkerrit [RND] III-4-2
kikkerdril (2, bewerkt) (-)bed, -bedden: kwakərtəbɛt (Hoensbroek), (-)eieren, eitjes: kwakərtəɛi̯ər (Hoensbroek) kikkerrit [RND] III-4-2
kin kin: kin (Hoensbroek) kin [DC 01 (1931)] III-1-1
kind (algemene benaming) kind: kentj (Hoensbroek), kindj (Hoensbroek) kind [DC 03 (1934)], [DC 05 (1937)] III-2-2
kindercommunie kindercommunie (<lat.): keingerkemunne (Hoensbroek), kingercommunie (Hoensbroek) Een kindercommunie [kingerkómmelejoeën]. [N 96D (1989)] III-3-3
kinderdoop kinderdoop: keingerdoop (Hoensbroek), kingerdoop (Hoensbroek) Een kinderdoop. [N 96D (1989)] III-3-3
kinderfiets kinderfiets: inne kingerfiets (Hoensbroek) Hoe noemt u in uw dialect: een rijwiel waar kleine kinderen op rijden [N 99 (1991)] III-3-1
kinderkleren kindergoed: kingergoot (Hoensbroek), kinderkleedjes: kingerklètjes (Hoensbroek), kinderkleren: kingerkleier (Hoensbroek), kingerkleijer (Hoensbroek), kingerklijer (Hoensbroek) kinderkleren, kinderkleertjes [N 23 (1964)] III-1-3
kinderklokje engelsklokje: (het ingelskloeksjke) (Hoensbroek) De kleine klok die geluid werd voor een gestorven kind, dat de eerste H.Communie nog niet gedaan had. [N 96A (1989)] III-3-3
kinderkoor kinderkoor: kingerkoeër (Hoensbroek) Het kinderkoor, jongenskoor of knapenkoor, een zangkoor van kinderen uit de hoogste klassen van de lagere school. [N 96B (1989)] III-3-3