e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoensbroek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
korrel, maat van 0,1 gram een gram kanarievoer: 1 gram kanarie voor (Hoensbroek) de maat die een gewicht aangeeft van 0,1 gram [korrel] [N 91 (1982)] III-4-4
korset korset (<fr.): kerset (Hoensbroek), kersjet (Hoensbroek), korset (Hoensbroek), kursjit (Hoensbroek, ... ) korset, rijglijf om de taille [rijlief, rellif, relf, ruls, stiklijst, stiflijk] [N 25 (1964)] III-1-3
kort geknipt haar stoppeltjes: stoepeltjes (Hoensbroek) overal kort geknipt hoofdhaar [tieters] [N 86 (1981)] III-1-1
kort onderrokje klein rokje: hets klee röksjke (Hoensbroek), onderrokje: ungerróksjke (Hoensbroek), óngerrökske (Hoensbroek), onderste rokje: hets ungersjte röksjke (Hoensbroek) onderrokje, kort ~ [piszieëlke, poeprökske] [N 24 (1964)] III-1-3
kort schortlint gatslint: gatslink (Hoensbroek), lint: de linten (Hoensbroek) linten, korte ~ waarmee de schortslippen van achteren met elkaar worden verbonden [gatslinte, gatlinter] [N 24 (1964)] III-1-3
kortademig dempig: dempig (Hoensbroek), kort: kort van oam (Hoensbroek), korte adem: kortenoam (Hoensbroek) kortademig [kort, kortborstig, dempig] [N 10a (1961)] III-1-2
korte broek korte boks: kotte boks (Hoensbroek), korte broek: korte brook (Hoensbroek, ... ) broek, korte (jongens)~ die de knieën onbedekt laat [N 23 (1964)] III-1-3
korte dikke wortel dikke wortel: ideosyncr.  dieke wortels (Hoensbroek) Korte, dikke wortels (mollestaarten). [N 82 (1981)] III-4-3
korte laars kleine gamasche: kleen kààmasj (Hoensbroek), korte stevel: kôtte sjtiēëvele (Hoensbroek) laars met een korte schacht die tot aan de kuit reikt [N 24 (1964)] III-1-3
korte onderbroek? korte onderbroek: korte oongerbrook (Hoensbroek), korte ungerbrook (Hoensbroek), korte òngerbrook (Hoensbroek), kôtte ôngerbrook (Hoensbroek), onderbroek: ŏngerbrook (Hoensbroek) onderbroek, korte ~ [N 25 (1964)] III-1-3