e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoensbroek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
notendop bast: ideosyncr.  bas (Hoensbroek), schaal: de sjaal (Hoensbroek) De harde huid van een noot (bast, bolster, sloester, schaal, hulster, boost, bluster, boets, schulp, schelp, snoester). [N 82 (1981)] I-7
notulen notulen: notulen (Hoensbroek) het korte schriftelijke verslag van hetgeen behandeld is in een vergadering [notulen, nouten] [N 90 (1982)] III-3-1
noveen noveen (<lat.): noveen (Hoensbroek) Een negendaagse godsvruchtoefening, novene, noveen. [N 96B (1989)] III-3-3
nutteloze arbeid verrichten onnodig werk doen: onneuzel werk doon (Hoensbroek) nutteloze arbeid verrichten [N 85 (1981)] III-1-4
nylonkous nylon: nijlon (Hoensbroek), ny(3)lons (Hoensbroek), nylonhoos: ny(3)̄lonhoase (Hoensbroek), nylonhoase (Hoensbroek) nylonkousen [N 24 (1964)] III-1-3
ochtend (vanmorgen de tijdsduur van het aanbreken van de dag tot 12 uur s middags [morgend, morgen, voornoen, ochtend]: s⁄morges (Hoensbroek), vuermiddig (Hoensbroek) s morgens) [N 91 (1982)] III-4-4
octaaf octaaf (<fr.): octaaf (Hoensbroek, ... ) Een octaaf, periode van 8 dagen ter viering van een groot kerkelijk feest. [N 96D (1989)] III-3-3
oever oever: ōvər (Hoensbroek), Opm. v.d. invuller: dit zegt men ook.  ovərə (Hoensbroek), waterkant: water-kant (Hoensbroek) oever [DC 02 (1932)] || oever, zoom van het land aan elk van de beide zijden van het water van een rivier, meer enz [kant, wal] [N 81 (1980)] III-4-4
offerande offerande (<fr.): offerande (Hoensbroek) De offerande, het offertorium [offeróng?]. [N 96B (1989)] III-3-3
offerblok offerblok: offerblok (Hoensbroek) Het metalen (vroeger houten) kastje, aangebracht bij de kerkuitgan(en) en/of bij een heiligenbeeld, waarin men geld kan deponeren [godsblik, offerstok, offerblok, offerbus, offerkist?]. [N 96A (1989)] III-3-3