18927 |
proberen |
een proef nemen:
ein proof neme (Q039p Hoensbroek)
|
een proef nemen met of van [proberen, verzoeken, bezien] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21515 |
proces-verbaal |
proces-verbaal:
procesverbaal (Q039p Hoensbroek)
|
het geschreven woordelijke verslag van de toedracht van een overtreding [proces-verbaal, daas, nummer] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
17742 |
proeven |
keuren:
koare (Q039p Hoensbroek),
proeven:
preuve (Q039p Hoensbroek, ...
Q039p Hoensbroek,
Q039p Hoensbroek),
prø:və (Q039p Hoensbroek),
prúve (Q039p Hoensbroek)
|
proeven [ZND A2 (1940sq)] || proeven [pruuve, pruujve] [N 10 (1961)] || proeven; Hoe noemt U: Een kleine hoeveelheid voedsel of drank in de mond nemen om te onderzoeken hoe het smaakt (keuren, proeven) [N 80 (1980)]
III-1-1, III-2-3
|
23930 |
profeet |
profeet:
profeit (Q039p Hoensbroek),
profieët (Q039p Hoensbroek)
|
Een profeet [profieët]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
30124 |
profielbalken |
gewelfdragers:
gǝwęlǝf˱drāgǝš (Q039p Hoensbroek)
|
IJzeren profielijzers, vaak met I-vormige doorsnede, die worden gebruikt bij het vervaardigen van een troggewelf. Zie ook afb. 33. D.i.n. in het woordtype 'd.i.n.-balken' is een afkorting van ø̄deutsche Industrienormø̄. [N 32, 20b; monogr.]
II-9
|
30065 |
profielen |
profielpalen:
profīǝlpø̜̄ǝl (Q039p Hoensbroek)
|
Gladde, rechte houten balkjes met een lengte van ongeveer 1,80 cm en een doorsnede van 7,5 x 7,5 cm, die verticaal op de hoeken van het metselwerk worden geplaatst. Zij worden gebruikt om het loodrecht opmetselen van de muren te bevorderen. Zie ook afb. 28. [N 31, 7a; monogr.]
II-9
|
19272 |
profiteren |
profiteren:
profiteere (Q039p Hoensbroek)
|
een goed, nuttig gebruik maken, voordeel trekken van een gelegenheid [blaaien, profiteren, luizen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18221 |
pronken |
strontsen:
stronse (Q039p Hoensbroek)
|
in het oog lopend opgeschikt, in het openbaar zich voordoen, pralen [pronken, prijken, spiegelen, pralen] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
18190 |
pronkveer op een hoed |
hoedenveer:
hooteveer (Q039p Hoensbroek),
hotevēēr (Q039p Hoensbroek),
veer:
ver (Q039p Hoensbroek),
viër (Q039p Hoensbroek)
|
pronkveer op een hoed [N 25 (1964)]
III-1-3
|
21698 |
prop |
bol:
Van Dale: I. bol, 3. voorwerp van min of meer zuiver ronde gedaante, bal; - prop; - ...
bol (Q039p Hoensbroek),
prop:
prop (Q039p Hoensbroek)
|
een bal van samendrukbaar materiaal, bijv. papier [dompel, bol, prop] [N 91 (1982)]
III-3-1
|