e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoensbroek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ritselen ritselen: ritsele (Hoensbroek, ... ) een zacht, onregelmatig, schuifelend, ruisend of krakend geluid geven [ritselen, rispelen, snirsen, krimmelen] [N 91 (1982)] III-4-4
robinia acacia: acacia (Hoensbroek), esdoorn: ideosyncr.  de asdoorn (Hoensbroek) De acacia; heeft 10-35 cm. grote varenachtige bladeren samengesteld uit deelblaadjes van 3-5 cm lengte; in het begin van de zomerdraagt de boom hangende bloemtrossen; de takken wijzen soms naar boven (acacia, asdoorn). [N 82 (1981)] III-4-3
rochelen rochelen: roggelen (Hoensbroek), rôchele (?) (Hoensbroek) rochelen [klieke, kwalsteren, kwaaieren] [N 10a (1961)] III-1-2
rochet rochet (fr.): rochet (Hoensbroek) Het korte witte kleed over de misdienaarstoog [rochet, rökkele?]. [N 96B (1989)] III-3-3
rode aalbes aalbessen: De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  aalbes (Hoensbroek), miemelen: De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  miemel (Hoensbroek) aalbes [N 82 (1981)] I-7
rode biet karoot: karōt (Hoensbroek) Beta vulgaris L. var. rubra L. Deze bietensoort hoort eigenlijk onder de groenten uit de moestuin, en daardoor in de aflevering over de boerderij en het erf, maar is toch hier ondergebracht vanwege "lexicale nabijheid" met biet, kroot. De knollen met een doorsnee van 8-10 cm worden gekookt en warm of koud als salade gegeten. De knollen en het kookvocht hebben een felle donkerpaarse kleur. [A 4, 26d; A 13, 2a; A 49, 1b; L 20, 26d; monogr.] I-5
rode bosbes bosbes: ?  (bosbes) (Hoensbroek), ideosyncr.  bosbes (Hoensbroek), rode bosbes: ideosyncr.  roeie bosbes (Hoensbroek), rode, de: ideosyncr. (?)  rōēije (Hoensbroek) De rode bosbes, vossebes (bospalm, naagdebes, kwachtbes, gourbes, kroos, kreus, rode bleek). [N 82 (1981)] III-4-3
rode bosmier aamzeik: mvd. oamzeeke  aomzēēk (Hoensbroek) bosmier, (grote) rode ~ [stekkedraoger, brak] [N 26 (1964)] III-4-2
rode kool rode kappes: roeə kappes (Hoensbroek), rood moes: roeəd moos (Hoensbroek), rōēët moos (Hoensbroek) Rode kool (als plant of gewas) [N Q (1966)] || rode kool als gerecht [N Q (1966)] I-7, III-2-3
roede, maat van 14 m2 kleine roede: = 20,7 m2.  kleine roən (Hoensbroek) de maat die een oppervlakte aangeeft van 14 vierkante meter [roede] [N 91 (1982)] III-4-4