e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoensbroek

Overzicht

Gevonden: 4563
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
biljet van vijfhonderd frank vijfhonderd frank: viefhonderd frank (Hoensbroek) 500 franc, een biljet van ~ [N 21 (1963)] III-3-1
biljet van vijftig frank vijftig frank: fieftig frank (Hoensbroek) 50 franc, een biljet van ~ [N 21 (1963)] III-3-1
biljet van vijftig gulden briefje van vijftig: ee breefke van 50 (Hoensbroek), vijftig gulden: fieftig gulle (Hoensbroek) 50 gulden, een biljet van ~ [N 21 (1963)] III-3-1
billijk schappelijk: schappelijk (Hoensbroek), schappelik (Hoensbroek) redelijk, gezegd van de prijs voor een artikel [schappelijk, billijk, civiel] [N 89 (1982)] III-3-1
binnenbeer binnenbeer: benǝbīr (Hoensbroek) Mannelijk varken dat door geslachtelijke afwijking niet als zodanig herkenbaar is. Men noemt een varken een binnenbeer, als het slecht gesneden is of als men het moeilijk kan castreren. Doorgaans is het een mannelijk varken waarbij de teelballen niet zijn ingedaald. [N 19, 10; JG 1a, 1b, 1d; L 37, 49e; monogr.; N 76, 10 add.] I-12
binnendeur tussen woonhuis en stal staldeur: [stal]dȳr (Hoensbroek) De deur die vanuit het woonhuis toegang geeft tot de aangrenzende stal(len). Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (stal) het lemma "stal" (2.1.2). [N 5A, 32b] I-6
binnenshuismutsje voor bejaarde mannen kalotje (<fr.): kalötje (Hoensbroek) mutsje met opstaande wand en platte bovenkant, binnenshuis gedragen door bejaarde mannen {afb} [bonnegrekske, kalotje] [N 25 (1964)] III-1-3
binnensmonds praten binnensmonds praten: binnensmonds praôte (Hoensbroek) binnensmonds praten [prevelen, pruttelen, murmelen, rullen] [N 87 (1981)] III-3-1
binnenstebuiten krangs: krangs (Hoensbroek) binnenste buiten, gezegd van een kledingstuk [krang(s), averechts, auws] [N 86 (1981)] III-1-3
binnenzak binnentas: binnetes (Hoensbroek), binnetesj (Hoensbroek, ... ) binnenzak van een jas [binnetes] [N 23 (1964)] III-1-3