21640 |
biljet van vijfhonderd frank |
vijfhonderd frank:
viefhonderd frank (Q039p Hoensbroek)
|
500 franc, een biljet van ~ [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21639 |
biljet van vijftig frank |
vijftig frank:
fieftig frank (Q039p Hoensbroek)
|
50 franc, een biljet van ~ [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21635 |
biljet van vijftig gulden |
briefje van vijftig:
ee breefke van 50 (Q039p Hoensbroek),
vijftig gulden:
fieftig gulle (Q039p Hoensbroek)
|
50 gulden, een biljet van ~ [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21878 |
billijk |
schappelijk:
schappelijk (Q039p Hoensbroek),
schappelik (Q039p Hoensbroek)
|
redelijk, gezegd van de prijs voor een artikel [schappelijk, billijk, civiel] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
34306 |
binnenbeer |
binnenbeer:
benǝbīr (Q039p Hoensbroek)
|
Mannelijk varken dat door geslachtelijke afwijking niet als zodanig herkenbaar is. Men noemt een varken een binnenbeer, als het slecht gesneden is of als men het moeilijk kan castreren. Doorgaans is het een mannelijk varken waarbij de teelballen niet zijn ingedaald. [N 19, 10; JG 1a, 1b, 1d; L 37, 49e; monogr.; N 76, 10 add.]
I-12
|
33347 |
binnendeur tussen woonhuis en stal |
staldeur:
[stal]dȳr (Q039p Hoensbroek)
|
De deur die vanuit het woonhuis toegang geeft tot de aangrenzende stal(len). Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (stal) het lemma "stal" (2.1.2). [N 5A, 32b]
I-6
|
18652 |
binnenshuismutsje voor bejaarde mannen |
kalotje (<fr.):
kalötje (Q039p Hoensbroek)
|
mutsje met opstaande wand en platte bovenkant, binnenshuis gedragen door bejaarde mannen {afb} [bonnegrekske, kalotje] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
21820 |
binnensmonds praten |
binnensmonds praten:
binnensmonds praôte (Q039p Hoensbroek)
|
binnensmonds praten [prevelen, pruttelen, murmelen, rullen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
18225 |
binnenstebuiten |
krangs:
krangs (Q039p Hoensbroek)
|
binnenste buiten, gezegd van een kledingstuk [krang(s), averechts, auws] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
18529 |
binnenzak |
binnentas:
binnetes (Q039p Hoensbroek),
binnetesj (Q039p Hoensbroek, ...
Q039p Hoensbroek,
Q039p Hoensbroek,
Q039p Hoensbroek)
|
binnenzak van een jas [binnetes] [N 23 (1964)]
III-1-3
|