25091 |
vermengen |
ineen mengen:
in ein minge (Q039p Hoensbroek),
vermengen:
vermenge (Q039p Hoensbroek)
|
in elkaar vermengen [warzen] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
18853 |
vermoeden |
vermoeden hebben:
ik heb ein vermoed van ⁄m (Q039p Hoensbroek)
|
het menen dat iets waarschijnlijk is, het veronderstellen dat iets zo is [vermoeden, bronsel] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21832 |
vernomen verhaal |
vernomen:
ein vernome verhaol (Q039p Hoensbroek)
|
een vernomen verhaal [meul] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
23374 |
verpachte banken |
pachtbanken:
de pachbanke (Q039p Hoensbroek)
|
De kerkbanken waarvan de plaatsen aan parochianen verpacht werden. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
18899 |
verplichting |
verplichting:
verplichting (Q039p Hoensbroek)
|
het verplicht zijn [moetert, verplichting] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
24997 |
verpulveren |
verpulveren:
verpulveren (Q039p Hoensbroek),
verpölvere (Q039p Hoensbroek)
|
tot poeder maken of worden [miezelen, verpulveren] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
20576 |
verschaald |
verschaald:
verschaald (Q039p Hoensbroek)
|
verschaald; Hoe noemt U: Door lang staan geur en kracht verloren hebbend, gezegd van bier (verschaald) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
25090 |
verschieten |
verschieten:
verscheete (Q039p Hoensbroek, ...
Q039p Hoensbroek)
|
anders worden van kleur door het (zon)licht, gezegd van bijv. kledingstukken [verschieten, afgaan] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
23916 |
verschijning |
verschijning:
versjeining kreigen (Q039p Hoensbroek),
versjieëning hubbe (Q039p Hoensbroek)
|
Een verschijning hebben/krijgen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
22709 |
verschillende knikkerspelen |
kletsen en spannen:
#NAME?
kletsje en sjpanne (Q039p Hoensbroek)
|
Hoe worden (werden) de verschillende knikkerspelen genoemd? [N R (1968)]
III-3-2
|