e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoensbroek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
want want: wante (Hoensbroek, ... ) wanten, met duim maar zonder vingers [N 23 (1964)] III-1-3
wapen wapen: woape (Hoensbroek) een voorwerp dat bestemd is om iemand letsel toe te brengen of zich ermee te verdedigen [wapen, wapie] [N 90 (1982)] III-3-1
wapenschild schild: schild (Hoensbroek) een bord waarop een wapen [bijv. van een legeronderdeel] geschilderd is [schild, wapie] [N 90 (1982)] III-3-1
warm weerx warm (weer): werm (Hoensbroek), wɛrm (Hoensbroek) warm (weer) [ZND A1 (1940sq)] || warm, gezegd van het weer [smoel] [N 81 (1980)] III-4-4
wasbord wasbred: wesch-brēēd (Hoensbroek) de plank waarover gegolfd zink geslagen is, waarop men vuil goed wast (troffel, roefel, wasbord) [N 90 (1982)] III-2-1
wasgoed (de) strijk: (het geheel wordt ook vaak zo genoemd, ongeacht of dit bestond uit delen die wel of niet gestreken moesten worden).  de sjtrīēëk (Hoensbroek), was: wesj (Hoensbroek), (de wesj is drËËëg= de was is droog).  wesj (Hoensbroek), (de wesj is reen= de was is schoon).  wesj (Hoensbroek) Hoe noemt u het pas gewassen en gedroogd wasgoed? [N105 (2000)] III-2-1
wasmand wasmandel: wɛšmaŋǝl (Hoensbroek) In het algemeen een van twee oren voorziene, ronde of ovale mand voor wasgoed. De wasmand was vaak van witte wissen gemaakt. Zie ook afb. 286. [N 20, 50; N 40, 95; N 40, 106; N 40, 107; N 40, 108; N 20, 48 add.; monogr.] II-12
wastafeltje in de sacristie lavabo (lat.): d`r lavabo (Hoensbroek) Het wastafeltje of fonteintje in de sacristie, lavabo. [N 96A (1989)] III-3-3
wastobbe, wasteil buut: buut (Hoensbroek), buutje: buutje (Hoensbroek) teil, in de betekenis van zinken tobbe die ovaal van vorm is en twee handvatten heeft; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
wasvrouw wasvrouw: wesjvrouw (Hoensbroek) Hoe noemt u de wasvrouw? (wasvrouw, wasses) [N 104 (2000)] III-2-1