e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoensbroek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wild konijn (enkelv.) konijn (lang/sleept.): knīēn (Hoensbroek) wild konijn (enkelv.) [DC 55 (1980)] III-4-2
wild konijn (meerv.) konijn (kort/stoott.): knieng (Hoensbroek) wild konijn (meerv.) [DC 55 (1980)] III-4-2
wild verband wild verband: welt ˲vǝrbant (Hoensbroek) Metselverband waarbij strekken en koppen zich in een laag op onregelmatige wijze afwisselen. Het wild verband werd na de oorlog veel gebruikt in verband met de toen heersende schaarste aan materiaal (Westra, pag. 21). De term wild verband wordt ook gebruikt voor decoratief metselwerk waarbij verschillende steensoorten onregelmatig door elkaar worden gerangschikt. [N 31, 24f; N 31, 26] II-9
wilde eend wilde eend: wil ēēënde (Hoensbroek) eend: wilde eend (58 overal bekend; groene kop en nek; bruine borst [N 09 (1961)] III-4-1
wilde gans wilde gans: (wil) gòës (Hoensbroek) gans: grauwe gans (± 80 net een tamme gans zonder wit; oranje bek; roep gelijk tamme gans [N 09 (1961)] III-4-1
wilde hoofdharen bos haar: ene busch hoar (Hoensbroek) hoofdharen, wilde ~ [vliechhaar] [N 10 (1961)] III-1-1
wilde roos (hondsroos, enz.) hondsroosje: verzamelfiche ZND01, a-m; ZND01, u 051 en ZND15, 004; deze laatste ook bij Har Brok  heunsruieske (Hoensbroek) egelantier [ZND 01 (1922)] III-4-3
wilde tijm tijm: tijm (Hoensbroek), ideosyncr.  tijm (Hoensbroek) Tijm; de blaadjes zijn langwerpig rond en naar achteren omgekruld; wordt in de linnenkast gelegd; ook gebruikt als specerij bij kool, salade en komkommer of in soep gekookt en als geneesmiddel tegen hoest (tamoe, tamus, tijmos, tijmis). [N 82 (1981)] III-4-3
wilg (alg.) wijde: een wiej (Hoensbroek), wijdenboom: wieëboam (Hoensbroek) wilg [N 38 (1971)] III-4-3
wilgenkatje katje: ketje (Hoensbroek), ideosyncr.  kêtje (Hoensbroek) De aarachtige bloeiwijze van sommige bomen, katje (kat, katje, poeske, prop, stop, knop). [N 82 (1981)] III-4-3