32598 |
compost |
compost:
kompǫs (Q039p Hoensbroek)
|
Van de termen die onder de titel compost in dit lemma verenigd zijn, hebben er sommige duidelijk betrekking op de fijngemaakte compostachtige meststof, zoals die uit afval van de weide, de boomgaard, het erf bereid werd en over de weide werd gestrooid, terwijl andere meer wijzen op het moderne product van een vuilverwerkings- of composteringsbedrijf. Het eerste deel van het lemma bevat voornamelijk benamingen voor weidemest. [N 11, 22 + 27 add.; N 11A, 4d + 38 + 39; N M, 10c; monogr.]
I-1
|
32599 |
composthoop |
vuilnishoop:
vūlneshōp (Q039p Hoensbroek)
|
Bedoeld wordt een hoop van plantenresten, kaf-afval, zacht heggeknipsel, keukenafval, afval van weide of boomgaard, enz. die men regelmatig omzet en laat verteren tot vooral over de weide te strooien compost. [N M, 10c add.; N 11, 22 + 27 add.; N 11A, 38a + b; monogr.]
I-1
|
23975 |
concubine |
aanhoudster:
aanhaagster (Q039p Hoensbroek)
|
Een concubine, bijzit, bijwijf. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23683 |
conferentie |
konferenz (du.):
conferèns (Q039p Hoensbroek)
|
Een gemeenzame, geestelijke toespraak [conferentie?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23891 |
congregatie van de heilige familie |
heilige familie:
de hillige Familie (Q039p Hoensbroek)
|
De congregatie van mannen (Aartsbroederschap der H. Familie). [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23623 |
consecratie |
consecratie (<lat.):
cònsecratie (Q039p Hoensbroek)
|
De consecratie [wandloeng?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
30088 |
contrefort |
steunbeer:
štø̄nbēr (Q039p Hoensbroek),
štø̄nbēǝr (Q039p Hoensbroek)
|
Vooruitspringende steunbeer of schraagpijler om het muurwerk te verstevigen en om eventuele druk van de tegengestelde kant, bijvoorbeeld veroorzaakt door de aanwezigheid van gewelven, weerstand te bieden. Zie ook afb. 31. In L 271 kende men steunberen die recht, schuin en trapsgewijze waren uitgevoerd. [N 31, 49; monogr.]
II-9
|
25390 |
controleren |
aanvoelen:
(is ''n kwestie van) aanvoelen (Q039p Hoensbroek)
|
Men controleert of de haren en de huid voldoende geweekt zijn door met de vingers aan een plukje haar te trekken of erover te wrijven. Als de haren zich gemakkelijk laten verwijderen is het varken genoeg gebroeid. [N 28, 24]
II-1
|
23392 |
corpus |
corpus (lat.):
corpus (Q039p Hoensbroek)
|
Het corpus, de Christusfiguur van een kruisbeeld. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23433 |
credenstafel |
credenstafel:
de credenstoafel (Q039p Hoensbroek)
|
De dientafel links en rechts op het priesterkoor, waarop de benodigdheden voor de Mis gereed gezet worden [credens(tafel)]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|