e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoensbroek

Overzicht

Gevonden: 4563
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
doorn, stekel doorn (mv.): døər (Hoensbroek) doornen [RND] III-4-3
doornenkroon doornenkroon: deurekroeën (Hoensbroek) De doornenkroon, een kroon van doornen. [N 96B (1989)] III-3-3
doorschieter doorwas: dūrwas (Hoensbroek) Aardappelstruik waaraan zich door overmatige groei steeds nieuwe scheuten en aardappeltjes vormen. [N 12, 9; monogr.] I-5
dopeling doopkind: doopkeind (Hoensbroek), gedoopte: gedubde (Hoensbroek) de dopeling, het doopkind [N 96D (1989)] III-2-2
dopen dopen: deuëpe (Hoensbroek), dopen (Hoensbroek), də.pə (Hoensbroek, ... ), soppen: soppe (Hoensbroek, ... ), weken: weeke (Hoensbroek) doopen (dopen) [RND] || dopen [RND] || Dopen. [N 96D (1989)] || indopen van het brood b.v. in de koffie: soppen [N 08 (1961)] III-2-3, III-3-3
doperwten doperwten: ideosyncr.  doperwten (Hoensbroek), erwten: erte (Hoensbroek) De jonge erwten die uit de dop gehaald moeten worden; doperwt (poolerwt, dopper, doperwt, pelerwt). [N 82 (1981)] I-7
dorpel dorpel: dø.rpǝl (Hoensbroek), dø̜rǝpǝl (Hoensbroek) Zie kaart. Horizontale laag natuursteen of bakstenen aan de onderkant van een deurkozijn. Zie ook de lemmata 'Strekkenlaag', 'Staande rollaag', 'Liggende rollaag' en 'Hardsteen'. Met de term 'stofdorpel' wordt doorgaans een extra dorpelstuk aangeduid, dat soms op de onderdorpel van een binnendeurkozijn wordt aangebracht. Zie ook het lemma 'Stofdorpel'. [N 32, 12d; A 43,18; L 5, 72; L 12, 12; L B1, 152; A 45, 31; R 3-46; monogr.; Vld] II-9
dorpsgenoot dorpeling: dùrpelinge (Hoensbroek), dorpsgenoot: dùrpsgenoeëte (Hoensbroek) Noem het (dialect)woord voor: mensen die in hetzelfde dorp wonen als u? [dorpsgenoot] [N 102 (1998)] III-3-1
dorpskom dorp: dorp (Hoensbroek) het centrum van het dorp [dorpskom, dorp, singel, rink, baroniet, plaats] [N 90 (1982)] III-3-1
dorpsplein marktplein: mertplein (Hoensbroek) een groot plein in het midden van een dorp [bist, biest, aries] [N 90 (1982)] III-3-1