e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P188p plaats=Hoepertingen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
periode van de ijsheiligen ijsdagen: ijsdagen (Hoepertingen) de periode van de ijsheiligen, 11-14 mei; op deze dagen kan het zeer koud zijn [N 112 (2006)] III-3-2
persoon met een lastig karakter geen gemakkelijke: da is ginne gemekkelijke (Hoepertingen) Hij is niet gemakkelijk, ... niet mak (een lastig karakter). [ZND 38 (1942)] III-1-4
perzik pjersel: pja:səl (Hoepertingen), pjasəl (Hoepertingen) [ZND 05 (1924)]perzik [ZND 05 (1924)] I-7
perzikkruid wilweie: weljwē̜i̯ (Hoepertingen) Polygonum persicaria L. Zeer algemeen voorkomend onkruid op bouwland, in tuinen en wegbermen met zeer kleine roze bloempjes in de vorm van een aar, lancetvormige bladen met een zwarte vlek en roze-rode stengels. Het bloeit van juni tot de herfst. De lengte varieert van 20 tot 100 cm. Voor weie (wilgen) zie ook de toelichting bij het lemma Hanepoot. [JG 1b, 1c, 2c; A 60A, 56] I-5
pet: algemeen klak: klak (Hoepertingen) pet, muts, klak [RND] III-1-3
peterselie petersel: pētərsil (Hoepertingen), peͅitərsel (Hoepertingen) [Goossens 1b (1960)] [ZND 05 (1924)] I-7
petroleumlamp pètrole-lamp: pətroͅllamp (Hoepertingen), quinquet: petroleumlamp  ke͂nke (Hoepertingen) lamp/ luchter; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
peul peul: paeoəl (Hoepertingen), puələ (Hoepertingen), schaal: schoâl (Hoepertingen) de peulen, de doppen van erwten of bonen [N Q (1966)] || groene schaal waarin erwten en bonen zitten [ZND 40 (1942)] III-2-3
peul, dop (znw) peul: paoəl (Hoepertingen), puələ (Hoepertingen), schaal: schoâl (Hoepertingen), sxuəl (Hoepertingen) [Goossens 1b (1960)] [N Q (1966)] [ZND 40 (1942)] I-7
peulen, doppen (ww.) peulen: poâle (Hoepertingen), puələ (Hoepertingen, ... ) [Goossens 1b (1960)] [N Q (1966)] [ZND 40 (1942)] I-7