e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P188p plaats=Hoepertingen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verf verf: vɛrǝf (Hoepertingen) Vloeibare substantie, gewoonlijk bestaande uit een poedervormige, kleurgevende stof en een bindmiddel. Verf wordt met behulp van een kwast, een roller of een spuit opgebracht, waarna zij in een harde laag opdroogt. [Wi 54; S 39; L A1, 82; N 67, 18a; monogr.] II-9
verflaag laag verf: lōǝx ˲vɛrǝf (Hoepertingen), lǭx ˲vɛrǝf (Hoepertingen) Zie kaart. Uitgestreken hoeveelheid verf. [N 67, 77a; L 29, 28b; monogr.] II-9
verfrommelen frommelen: froemmele (Hoepertingen), opeenpitsen: opeenpitsen (Hoepertingen), verfrommelen: verfroemmele (Hoepertingen) (papier) frommelen, verfrommelen [ZND 35 (1941)] III-1-2
vergeet-mij-nietje vergeet-me-nietje: vergeet-me-nietsje (Hoepertingen), verget-me-nietsje (Hoepertingen) vergeet-mij-nietje [ZND 40 (1942)] III-4-3
vergiftigen vergeven: vergeve (Hoepertingen) Vergiftigen: door vergif doden (vergeven, vergiftigen). [N 107 (2001)] III-1-2
vering ressort: rɛsor (Hoepertingen) Vering van het rijtuig. Onder A. bevinden zich de algemene benamingen voor de vering, onder B, C en D de specifieke soorten. De enkele veer (B) bestaat uit een hoofdblad , waarop door middel van een in het midden aangebrachte veerbout twee of meer, telkens kortere steunbladen zijn vastgeklemd. De dubbele veer (C), die meer gebruikt wordt, daarentegen bestaat uit twee hoofdbladen. De spiraalveer tenslotte (D) is een spiraalvormig opgewonden draad van staal of een ander veerkrachtig materiaal. [N 101, 16, monogr] I-13
verkeerd liggen het achterste voor liggen: het achterste voor liggen (Hoepertingen), hinderwaarts liggen: hinderwaarts liggen (Hoepertingen) Verkeerd liggen in de baarmoeder door een slag in de baarmoederhals, gezegd van het kalf. [N 3A, 49] I-11
verkeren caresseren (<fr.): Van Dale: caresseren (&lt;Fr.), liefkozen, strelen, meest fig.  krəsĭĕjrə (Hoepertingen) vrijen (verkeren; courtiser) [ZND 08 (1925)] III-3-1
verkering hebben caresseren: krəsĭĕjrə (Hoepertingen), vrijen: vrijen (Hoepertingen) verkering; regelmatige omgang met een persoon van het andere geslacht [sjans, verkeer, aanspraak] [N 115 (2003)] || vrijen (verkeren; courtiser) [ZND 08 (1925)] III-2-2
verkleumd bevroren: bevrore (Hoepertingen), bevroəre (Hoepertingen), verkild: verkeld (Hoepertingen), verkleumd: verkleumd (Hoepertingen), versteven: verstejeve (Hoepertingen) hij was gans verkleumd van de kou [ZND 28 (1938)] III-1-2