28948 |
verknippen, versnijden |
versnijden:
vǝrsnęjǝ (P188p Hoepertingen)
|
Door verkeerd knippen het te maken kledingstuk bederven. [N 62, 24; MW]
II-7
|
18074 |
verkouden |
(het heeft de) strengel:
stręŋǝl (P188p Hoepertingen),
bevangen:
bǝvaŋǝ (P188p Hoepertingen),
ik heb een verkoudheid opgelopen of ik heb een kou te pakken. worden er ook uitdrukkingen gebruikt waarin verkouden of verkoudheid ontbreekt, als b.v. ik heb he:
ich ben verkaöd (P188p Hoepertingen),
verkou:
ich ben verka (P188p Hoepertingen),
verkoud:
ich ben verkaat (P188p Hoepertingen),
ich ben vərkaat (P188p Hoepertingen)
|
Een ontsteking van het neusslijmvlies. [JG 1b; N 8, 89; N 52, 24 en 25; monogr.] || ik ben verkouden [ZND 34 (1940)] || Verkoudheid. Op welke wijze wordt dit gewoonlijk uitgedrukt? B.v. Ik ben verkouden [Lk 05 (1955)]
I-9, III-1-2
|
18080 |
verkoudheid |
felle kou:
felle kaa (P188p Hoepertingen),
ik heb een verkoudheid opgelopen of ik heb een kou te pakken. worden er ook uitdrukkingen gebruikt waarin verkouden of verkoudheid ontbreekt, als b.v. ik heb he:
ich heb eene kaa (P188p Hoepertingen),
kou:
che goat inne ka pakken (P188p Hoepertingen),
djee zult eene kâ pakken (P188p Hoepertingen),
djiə zult enne kaa pakken (P188p Hoepertingen),
felle kaa (P188p Hoepertingen)
|
ge zult een kou vatten [ZND 34 (1940)] || Gebruikt men afzonderlijke benamingen voor een zware en lichte verkoudheid? [Lk 05 (1955)] || Verkoudheid. Op welke wijze wordt dit gewoonlijk uitgedrukt? B.v. Ik ben verkouden [Lk 05 (1955)]
III-1-2
|
21393 |
verliezen |
verliezen:
vɛrli.zə (P188p Hoepertingen)
|
wij verliezen [ZND 08 (1925)]
III-3-2
|
34165 |
verlopen |
herlopen:
(de koe is) hęrlǫu̯pǝ (P188p Hoepertingen)
|
Na korte tijd van dracht een misgeboorte hebben, gezegd van de koe. [N 3A, 39a]
I-11
|
25098 |
vernielen |
verdestrueren:
vərdestrue:ren (P188p Hoepertingen)
|
vernielen [ZND 08 (1925)]
III-4-4
|
23374 |
verpachte banken |
gehuurde stoelen:
gehuurde stuul (P188p Hoepertingen, ...
P188p Hoepertingen)
|
De kerkbanken waarvan de plaatsen aan parochianen verpacht werden. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
20644 |
verschalen |
verschalen:
vərsxuu̯lə (P188p Hoepertingen)
|
verschalen [ZND 06 (1924)]
III-2-3
|
22709 |
verschillende knikkerspelen |
laten vallen:
loeete vallen (P188p Hoepertingen),
pot:
pot (P188p Hoepertingen),
stoten:
stoute (P188p Hoepertingen)
|
Hoe worden (werden) de verschillende knikkerspelen genoemd? [N R (1968)]
III-3-2
|
34233 |
verse koe |
versgekalfde koe:
vjǫsgǝkalfdǝ kǫu̯ (P188p Hoepertingen)
|
Koe die pas gekalfd heeft en aan een nieuwe melkperiode begint. [N 3A, 60]
I-11
|