e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoepertingen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mikken mikken: mikke (Hoepertingen), mikə (Hoepertingen), ogen: öygə (Hoepertingen) lonken (mikken) [RND] || Op iemand mikken (om met een boog of geweer te schieten). [ZND 38 (1942)] III-3-2
miltkuilen miltkuilen: mīltkǫǝlǝ (Hoepertingen) Holten in het lijf van een niet fraai gebouwde koe. [N 3A, 146; monogr.] I-11
minderjarig minderjarig: znd 1 a-m  minderjuruch (Hoepertingen) minderjarig [ZND 01 (1922)] III-2-2
minnaar aanhouder: oanhager (Hoepertingen) minnaar; iemand met wie een vrouw leeft zonder dat ze met elkaar getrouwd zijn [minnaar] [N 115 (2003)] III-2-2
mis mis: mès (Hoepertingen) De Eucharistieviering, de H. Mis [de mis, de mès?]. [N 96B (1989)] III-3-3
mis uit dankbaarheid mis bet een bijzondere intentie: mès bè een biezondere intentie (Hoepertingen) Een H. Mis uit dankbaarheid, tot zekere intentie. [N 96B (1989)] III-3-3
mis voor een overledene begrafenis: begroafenis (Hoepertingen) Een mis voor een overledene [zielmis, zielemis, zieledienst, dodenmis, zwarte mis?]. [N 96B (1989)] III-3-3
misboek op het altaar misboek: mèsboek (Hoepertingen) Het grote misboek, missaal dat op een lezenaar op het altaar staat [misboek, mèsbook, mèsbóch?]. [N 96B (1989)] III-3-3
misdienaar misdienaar: misdienaar (Hoepertingen), mèsdiener (Hoepertingen), misdiender: de meisdiender (Hoepertingen), inne meisdinder (Hoepertingen) Een koorknaap, misdienaar, misdiener [koeërjóng?]. [N 96B (1989)] || Hoe heet de jongen die de mis dient? [ZND 36 (1941)] III-3-3
misintentie mis bet een bijzondere intentie: mès bè een biezondere intentie (Hoepertingen) Een misintentie. [N 96B (1989)] III-3-3