17636 |
oksel |
onder de arm:
onder oer erm (P188p Hoepertingen)
|
Oksel (oksel, onder de arm). [N 109 (2001)]
III-1-1
|
26677 |
oliemolen |
slagmolen:
slǭ.x[molen] (P188p Hoepertingen),
slǭx[molen] (P188p Hoepertingen)
|
Wind-, water- of rosmolen waarin uit zaden olie wordt geslagen. Het zaad wordt daartoe gekneusd met behulp van de zgn. kollergang bestaande uit twee verticaal geplaatste loperstenen. Het geplette zaad wordt in een pan verhit en vervolgens in wollen zakjes (builen) geborgen, waarna de builen in leren omslagen met een paardeharen voering gelegd worden. Het op deze wijze verpakte warme zaadmeel wordt daarna tweemaal geperst. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel -ømolenŋ het lemma ɛmolenɛ.' [JG 1a; JG 1b; Vds 15; Jan 15; Coe 5; Grof 5; monogr.; N D add.]
II-3
|
17916 |
omarmen |
omarmen:
omarme (P188p Hoepertingen)
|
Met gestrekte armen omvatten ((om)vademen, (om)spannen, omarmen, (om)pakken) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
29086 |
omboorden |
boorden:
bøjrǝ (P188p Hoepertingen)
|
Omboorden in het algemeen oftewel het insluiten van een rafelkant met een enkele of dubbele bies en in het bijzonder het met en lint afzetten van een colbert. [N 59, 86; N 62, 17; MW]
II-7
|
23479 |
omheining van het kerkhof |
muur:
moer (P188p Hoepertingen, ...
P188p Hoepertingen)
|
De muur, de omheining van het kerkhof [toen, toun, tuun?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
17917 |
omhelzen |
om de nek vallen:
eum de nak valle (P188p Hoepertingen)
|
Omhelzen: iem. de armen om de hals slaan (omhelzen, om de hals/nek vallen, lief dujen) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
17850 |
omhooggaan |
omhooggaan:
omhoog goan (P188p Hoepertingen)
|
Omhooggaan, naar boven gaan (rijzen, (op)stijgen, omhoog gaan) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
33792 |
omhulsel van het teellid |
sluis:
slő̜u̯s (P188p Hoepertingen)
|
Schede van de roede. [JG, 1b; N 8, 36 en 37b]
I-9
|
29056 |
omslag |
omslag:
ømslox (P188p Hoepertingen)
|
Omslag in het algemeen. Boord of rand, doorgaans van verschillende stof of kleur, of met borduurwerk voorzien, welke aan de hals, de mouwen enz. van kledingstukken bevestigd is en bestemd is om omgeslagen of omgevouwen te worden. [N 62, 34e; MW]
II-7
|
18429 |
omslag [wld ii.7, p.82] |
omslag:
omslug (P188p Hoepertingen)
|
Hoe noemt U de omslag? [N 62 (1973)]
III-1-3
|