20356 |
oom |
nonk:
naonk (P188p Hoepertingen),
nònk (P188p Hoepertingen)
|
oom [ZND 11 (1925)]
III-2-2
|
17757 |
oor |
oor:
o:wər (P188p Hoepertingen),
ourən (P188p Hoepertingen),
ouər (P188p Hoepertingen),
ǫu̯ǝr (P188p Hoepertingen)
|
een oor [ZND A2 (1940sq)] || Oor (orgaan van het gehoor; het of de ...) kleine oortjes. [ZND 05 (1924)] || oren [RND] || Zie afbeelding 2.1. [JG 1a, 1b]
I-9, III-1-1
|
18238 |
oorknop |
knop:
knop (P188p Hoepertingen)
|
Oorknop. Sieraad min of meer in de vorm van een knop die men aan elk oor draagt [knop, oorknop, dormeuse] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
17615 |
oorlel |
lel:
lel van oer oar (P188p Hoepertingen)
|
Oorlel: afhangend lapje aan de oorschelp ((oor)lel, (oor)lelletje) [N 106 (2001)]
III-1-1
|
18237 |
oorring |
oorbel:
e pawer ourbelle (P188p Hoepertingen),
een paar oorbellen (P188p Hoepertingen),
oorbel (P188p Hoepertingen)
|
een paar oorringen [ZND 40 (1942)] || Oorring. Zilveren of gouden ring die in elk van beide oren gedragen wordt [oorbel, bel, slinger] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
24361 |
oorworm |
oorworm:
fon. var. van "oorworm"niet overgenomen
oorworm (P188p Hoepertingen)
|
oorworm [ZND 34 (1940)]
III-4-2
|
24868 |
oot |
haartjesgras:
-
hurkəsgro:əs (P188p Hoepertingen)
|
oot [wilde haver] [ZND 49 (1958)]
III-4-3
|
33293 |
oot, wilde haver |
aartjesgras:
hø(ǫ)rkǝsgrǭǝs (P188p Hoepertingen),
schom:
sxum (P188p Hoepertingen)
|
Avena fatua L. Een vrij algemeen voorkomend lastig onkruid op bouwland, in korenvelden en wegbermen, dat er haverachtig uitziet met een wijde, pluimvormige aar. Het bloeit van juni tot augustus. De lengte varieert van 60 tot 120 cm. Vergelijk lemma Evene in WLD.I, afl. 4. [A 30, 2; A 60A, 81; L 49, 2; monogr.; add. uit JG 1a, 1b]
I-5
|
23198 |
op bedevaart gaan |
bedevaart gaan:
bjuwvət go‧ən (P188p Hoepertingen),
veə gon bjovent (P188p Hoepertingen)
|
Bedevaren. [ZND 01 (1922)] || We gaan een bedevaart doen. [ZND 21 (1936)]
III-3-3
|
17935 |
op de loop gaan |
lopen gaan:
laope gaon (P188p Hoepertingen),
looppen gon (P188p Hoepertingen),
loupe goən (P188p Hoepertingen),
lowpə gowən (P188p Hoepertingen),
op loop gaan:
op laup gaon (P188p Hoepertingen)
|
op de loop gaan [ZND 30 (1939)] || op den loop gaan [ZND 01 (1922)]
III-1-2
|