34053 |
os |
os:
ǫsǝ (P188p Hoepertingen),
ǫǝs (P188p Hoepertingen),
ǭ.s (P188p Hoepertingen)
|
Gesneden mannelijk rund [N 3A, 19; JG 1a, 1b; A 3, 37; A 4, 12; L 4, 37; L 20, 12; Wi 16; monogr.]
I-11
|
20318 |
oud, bejaard |
oud:
aat (P188p Hoepertingen)
|
oud; de man is oud [ZND 05 (1924)]
III-2-2
|
33763 |
oud, versleten paard |
biek:
bik (P188p Hoepertingen),
bik:
bek (P188p Hoepertingen),
oud paard:
āt pi̯āt (P188p Hoepertingen)
|
Zie ook het lemma ''benamingen voor het paard naar de leeftijd'' (2.4.1), sub F. [JG, 1b; A 45, 28a; L 5, 36; L 36, 82; N 8, 20, 62f en 62g; monogr.]
I-9
|
33160 |
oude aardappelsoorten |
bonhomme:
bōnomǝ (P188p Hoepertingen),
krombekken:
krumbɛkǝ (P188p Hoepertingen),
krügers:
krȳgǝr (P188p Hoepertingen),
magnum bonum:
maksǝmǝ bōnǝm (P188p Hoepertingen),
ossetongen:
ǫsǝtou̯ŋǝ (P188p Hoepertingen)
|
Hier worden zowel de in Limburg nog verbouwde alsook de oude niet meer verbouwde soorten soorten opgegeven. Bij sommige opgaven is de ouderdom van de plant vermeld. Zo wordt bij de rode ster, de eigenheimer en de paul-krüger opgegeven dat de soorten rond de eerste wereldoorlog werden ingevoerd. Dat geldt ook voor de gelderse muizen, een vroege, langwerpige aardappelsoort, later vooral bekend onder de naam bintje, genoemd naar Bintje Jansma, later mevrouw Bintje Pebesma-Jansma. Van recente datum zijn de alpha en de ijzerster, een naam die volgens Goossenaerts (1956-8, 327) eigenlijk ijselster moet zijn; we vinden beide benamingen ook in ons materiaal. De aardappelteelt strekt zich uit aan beide zijden van de taalgrens. Men vindt dan ook in Waals Haspengouw oude benamingen die kennelijk aan het Limburgs zijn ontleend; zoals er ook vele aardappelbenamingen in Limburg aan het Waals ontleend zijn. Als voorbeeld van deze laatste groep gelden niet alleen het woord patatten of de benaming walen, maar ook marjolaine, alfa en het bargoense pomme. Aan de andere kant, in Hesbaye, vindt men krugers, milords en edouards, bintjes en eigenheimers, magnum bonums en muizen (Zie Warnant 1949, 172-4). Industrie is een verkorting van industrie-aardappel, ook wel fabrieksaardappel genoemd, een soort die, in tegenstelling tot de consumptieaardappel, werd verwerkt tot aardappelmeel. De poolse industrie, na de tweede wereldoorlog ingevoerd, is een verbeterde kweek met aanmerkelijk meer opbrengst dan de vooroorlogse inlandse industrie. De thorbecke is zoɛn inlandse industrie. Candael, in candaelse aardappelen, is een zuidelijke familienaam. Wreed, in wrede schillen en dergelijke, betekent plaatselijk zoveel als ruw, grof, gekerfd. De indeling is geschied naar verwante woordtypen, zonder te letten op daadwerkelijke verschillen in ras en/of verbouwing. De volgende indeling is gebruikt: kleur: blauw - geel - groen - rood - rose - wit; eigenschap: bloem - bol - muis - oog - plat; andere benoemingsmotieven: eersteling - eigenheimer - industrie - milord - diversen. Combinaties van kleur - eigenschap en kleur - andere benoemingsmotieven zijn in de soortnamen mogelijk. In die gevallen is het kernelement bepalend voor de plaats in de indeling. Door middel van het register kan men een andere ordening aan het materiaal geven; zie bij voorbeeld WBD.I, aflevering 8, blz. 1444. [N 12, 1; A 23, 17b; Lu 1, 17b; monogr.; add. uit materiaal van het lemma AARDAPPEL]
I-5
|
20320 |
oude man |
0-mens:
? goede geslacht?
enen mins (P188p Hoepertingen),
oud mens:
enen a mins (P188p Hoepertingen),
oude man:
de gu‧jən ā man es bə pjād dərt ɛjs gevalə en änt weͅtər gevalə (P188p Hoepertingen),
degujenāmànizbèzepjādördèeshezákénént kātwètergevàle (P188p Hoepertingen)
|
De goede oude man is met het paard door t ijs gebroken en in het koud water gevallen (gebroken of gezakt?) [ZND 04 (1924)] || iemand van oudere leeftijd ( oude man, oude vrouw, oude van dagen) [N 102 (1998)] || oude man [N 102 (1998)]
III-2-2, III-3-1
|
21763 |
oude mens |
oud mens:
? goede geslacht?
a mins (P188p Hoepertingen)
|
oude vrouw [N 102 (1998)]
III-3-1
|
20319 |
oude vrouw |
oude vrouw:
aa vròw (P188p Hoepertingen, ...
P188p Hoepertingen)
|
een oude vrouw [ZND 05 (1924)]
III-2-2, III-3-1
|
21762 |
ouden van dagen |
oude mensen:
a minse (P188p Hoepertingen)
|
ouden van dagen [N 102 (1998)]
III-3-1
|
20229 |
ouders |
ouders:
aas (P188p Hoepertingen)
|
ouders [ZND 11 (1925)]
III-2-2
|
18189 |
ouderwets |
ouderwets:
a:erwets (P188p Hoepertingen)
|
Ouderwets. [ZND 05 (1924)]
III-1-3
|