e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoepertingen

Overzicht

Gevonden: 3596
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
blauwe reiger, reiger reiger: ei naar de aai toe  reîgel (Hoepertingen) reiger [ZND 41 (1943)] III-4-1
bleek bleek: blɛjk (Hoepertingen), hej es zoe bleek (Hoepertingen) bleek [ZND 01 (1922)] || hij is zo bleek [ZND 21 (1936)] III-1-2
blij blij: blɛj (Hoepertingen) blij [ZND 01 (1922)] III-1-4
blijven wachten blijven: blijəven (Hoepertingen), blijəvə (Hoepertingen) blijven [ZND 25 (1937)] III-4-4
bliksem, bliksemflits bliksem: bliksəm (Hoepertingen, ... ) bliksem [ZND 01 (1922)] || bliksemschicht, bliksemstraal [weerlicht, blidderum] [N 22 (1963)] III-4-4
bliksemen bliksemen: het bliksemt (Hoepertingen, ... ), ⁄t bliksəmp (Hoepertingen), ps. omgespeld volgens IPA!  ɛt bliksəmt (Hoepertingen, ... ) bliksemen [ZND 21 (1936)] || bliksemen met een felle straal [t vuurlicht] [N 22 (1963)] || het bliksemt [ZND 01 (1922)] III-4-4
blind blind: bleint (Hoepertingen) blind [ZND A1 (1940sq)] III-1-1
blinken, glimmen, glanzen blinken: blīŋkə (Hoepertingen) blinken [ZND A1 (1940sq)] III-4-4
bloed bloed: blu:t (Hoepertingen), blūt (Hoepertingen) bloed [ZND 01 (1922)], [ZND A2 (1940sq)] III-1-1
bloeden bloeden: blyə (Hoepertingen) bloeden [ZND A2 (1940sq)] III-1-2