e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoepertingen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stemvork stemvork: stemvork (Hoepertingen) het instrument in de vorm van een U-vormig omgebogen stalen stang waarmee men een onveranderlijke toon voortbrengt die geschikt is om instrumenten te stemmen [toonijzer, stemvork] [N 112 (2006)] III-3-2
stenen vloer beton: bǝtǫ̃ (Hoepertingen) Stenen vloer op de bedding van de beek om het uitspoelen van de bodem tegen te gaan. [Coe 18; Grof 33] II-3
stengel, steel stam: stam (Hoepertingen) Stengel, als deel van een plant. [JG 1a, 1b; monogr.] I-4
sterke / ruwe kerel beest: pejoratief  da es en rauw bes (Hoepertingen), buidel: buil (Hoepertingen), hercuul: Van Dale: hercuul, (gew.) hercules, atleet, kermisworstelaar  herkuul (Hoepertingen) dat is een ruwe kerel [ZND 42 (1943)] || Een sterke kerel [ZND 27 (1938)] III-3-1
sterx ster: steͅjər (Hoepertingen), stɛjər (Hoepertingen) ster [ZND 07 (1924)], [ZND A1 (1940sq)] III-4-4
stiefdochter stiefdochter: stiefdochter (Hoepertingen) De dochter van een tweede man of vrouw (stiefdochter) [N 115 (2003)] III-2-2
stiefkinderen stiefkinder: stĭĕjəfkéjngər (Hoepertingen) stiefkinderen [ZND 11 (1925)] III-2-2
stiefmoeder stiefma: stiefma (Hoepertingen), stiefmam: stijəfmam (Hoepertingen) De tweede man of vrouw van je moeder of vader (stiefouders) [N 115 (2003)] || stiefmoeder [ZND 11 (1925)] III-2-2
stiefvader stiefpa: stiefpa (Hoepertingen), stijəfpa (Hoepertingen) De tweede man of vrouw van je moeder of vader (stiefouders) [N 115 (2003)] || stiefvader [ZND 11 (1925)] III-2-2
stiefzoon stiefzoon: stiefzoon (Hoepertingen) De zoon van een tweede man of vrouw (stiefzoon) [N 115 (2003)] III-2-2