e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoepertingen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tafel tafel: toͅfəl (Hoepertingen), tòfəl (Hoepertingen) een schoon tafel krassen (met een spijker, enz.) [ZND 28 (1938)] || tafel [ZND 49 (1958)] III-2-1
tafelgebed beden voor het eten: het bèeveur het ete (Hoepertingen) Het tafelgebed vóór en na het eten. [N 96B (1989)] III-3-3
tafelmes tafelmes: toͅfəlmēͅs (Hoepertingen) mes dat men aan tafel gebruikt [N 20 (zj)] III-2-1
tak van een geslacht tak: tak (Hoepertingen) de tak van een geslacht [natie, familie] [N 115 (2003)] III-2-2
takken (coll.) gestel: gestel (Hoepertingen) takken, coll. [ZND 35 (1941)] III-4-3
tand tand: ta:nt (Hoepertingen) een tand [ZND A1 (1940sq)] III-1-1
tand, tanden tand(en): tā.nt (Hoepertingen  [(mv tān)]  ) Achter het codenummer van de plaats is de meervoudsvorm vermeld. Voor een aantal plaatsen beschikken wij evenwel alleen over de enkel- of meervoudsvorm; deze laatste citeren wij als eerste. [JG 1a, 1b; N 8, 17] I-9
tanden tanden (mv.): lang ta:n (Hoepertingen) lange tanden [ZND 07 (1924)] III-1-1
tanden poetsen tanden wassen: wasse (Hoepertingen) Tanden poetsen [t. wassen] [N 114 (2002)] III-1-3
tandenborstel tandenborstel: taanbossel (Hoepertingen) Een tandenborstel [N 114 (2002)] III-1-3