19047 |
zich inbeelden |
zich indenken:
ook materiaal znd 27, 39
zich indenke (P188p Hoepertingen),
zich verbeelden:
ook materiaal znd 27, 39
zex vərbējlə (P188p Hoepertingen),
zich voorstellen:
ook materiaal znd 27, 39
veurstelle (P188p Hoepertingen)
|
inbeelden [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
34232 |
zich moeilijk laten melken |
teeg melken:
(de koe) melk tiǝx (P188p Hoepertingen)
|
Het slechts met moeite gemolken kunnen worden, gezegd van de koe. Er komen in dit lemma verschillende grammaticale categorieën voor. [N 3A, 71]
I-11
|
33844 |
zich over de rug wentelen |
(zich) wentelen:
wē̜.ŋkǝlǝ (P188p Hoepertingen)
|
Geregeld gaan de paarden op hun rug liggen en slaan met de poten in de lucht. Zij doen dit vooral bij jeuk of buikpijn. [JG 1a, 1b; N 8, 69]
I-9
|
18201 |
zich verkleden |
iet anders aantrekken:
iet annes oantrekke (P188p Hoepertingen)
|
Zich verkleden [verkleden, omkleden, omtrekken, iets anders aandoen] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
18219 |
zich warm aankleden |
warm aandoen:
werm oandun (P188p Hoepertingen)
|
Zich warm aankleden [(in)duffelen, inpakken, warm aandoen] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
33038 |
zicht |
zicht:
zī.x (P188p Hoepertingen)
|
Korte zeis die met één hand gehanteerd wordt en gebruikt wordt voor het maaien van rogge, tarwe, haver, gerst, enzovoorts. Zie de algemene toelichting bij paragraaf 4.2 over het maaien en afbeelding 5. Op de semasiologische kaart 30 zijn de gebieden met pik in de betekenis "zicht" van kaart 29 en met pik in de betekenis "mathaak" van kaart 33 bijeengezet. [N 18, 70; JG 1a, 1b, 2c; Goossens 1963, krt. 28; A 14, 7; A 23, 16.2; L 45, 7; Gwn 7, 4; div.; monogr.; add. uit N 11, 88; N 14, 131; N 15, 16a; N 18, 71; A 4, 28; A 14, 10; L 20, 28; L 42, 46; L 48, 34; Lu 1, 16.2 ; Lu 2, 34.2; Wi 51]
I-4
|
17975 |
ziek |
ziek:
zik (P188p Hoepertingen, ...
P188p Hoepertingen,
P188p Hoepertingen)
|
ziek [ZND 08 (1925)], [ZND 39 (1942)]
III-1-2
|
17977 |
ziekelijk |
ziekelijk:
ziekelijk (P188p Hoepertingen)
|
Ziekelijk: telkens ziek (ziekelijk, krenkelig, sukkelig, ongans). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
18155 |
ziekenhuis |
hospitaal:
hospetaal (P188p Hoepertingen),
kliniek:
klinik (P188p Hoepertingen)
|
Ziekenhuis: inrichting voor het verplegen van zieken (ziekenhuis, (ho)spitaal, gasthuis, krankenhuis). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
17980 |
ziekte |
ziekte:
zikdə (P188p Hoepertingen)
|
ziekte [ZND 08 (1925)]
III-1-2
|