e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoepertingen

Overzicht

Gevonden: 3596
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
een boterham smeren een boterham bereiden: ənə boi̯təram breͅi̯ə (Hoepertingen), een snede bereiden: ən sneͅi̯ breͅi̯ə (Hoepertingen) smeren [RND] III-2-3
een cadeau geven schenken: skeiŋkə (Hoepertingen) Schenken. [ZND A1 (1940sq)] III-3-2
een ei ei: ei̯.ǝ (Hoepertingen), ē (Hoepertingen), ēi̯ (Hoepertingen), ēǝ (Hoepertingen), ęi̯ (Hoepertingen), ęi̯ǝ (Hoepertingen), eitje: ēkǝ (Hoepertingen), ęi̯kǝ (Hoepertingen) [L 1a-m; L 3, 8; L 5, 79; L 26, 13b; L 30, 18b; L 35, 7; JG 1b; RND 123; Vld.; monogr.] I-12
een ei afpellen schillen: skelǝ (Hoepertingen) Een ei van de schaal ontdoen. [N 19, 55b; A 39, 9b] I-12
een huis huren huren: hy(3)̄rə (Hoepertingen, ... ) een huis huren [ZND 27 (1938)] || huren [ZND 01 (1922)] III-2-1
een kind op de arm dragen dragen: drage (Hoepertingen) een kind op de arm dragen [peizen] [N 115 (2003)] III-2-2
een kring op de grond trekken een cirkel op de grond trekken: ənne sirəkəl op den grond trɛkken (Hoepertingen), een ring op de grond trekken: enne renk op e grond trekke (Hoepertingen), ennə reiink op de grouənd trekke (Hoepertingen), enən reink op de grond trekken (Hoepertingen), een ronde ring op de grond trekken: əne ronne rink op de gron’ trékken (Hoepertingen) Een kring op de grond trekken. [ZND 29 (1938)] III-3-2
een kruisje geven een kruisje geven: kreuske gève (Hoepertingen) Een kind voor het slapen gaan met de duim een kruisje geven op het voorhoofd. [N 96B (1989)] III-3-3
een kruisje op het brood maken een kruis maken op het brood: kruis op t brood moake (Hoepertingen) Het gebruik om een brood met het mes te bekruisen, voordat men het aansnijdt; men maakte met het broodmes een kruisje aan de onderkant van het brood [n kruuske ónder de mik maake?]. [N 96B (1989)] III-3-3
een kruisteken maken n kruus maake: kruis moake (Hoepertingen) Een kruisteken maken/slaan, zich bekruisen, zich zegenen [zich bekruuse [N 96B (1989)] III-3-3